Waarom ik de IJssel als mijn vriend beschouw

Het was een historisch moment dit voorjaar in Overijssel: in de gemeenteraad van Zwolle voerde Wim Eikelboom het woord namens de IJssel op een inspraakbijeenkomst over een voorgenomen bouwplan voor een woonwijk langs de rivier. Het bracht hem ook een dilemma: als je de IJssel wil laten spreken, hoe voorkom je dan buikspreken van jezelf?

Sinds een paar jaar praat ik over de IJssel als een vriend. Dat kwam zo: ik ontmoette een Syrische vluchteling uit mijn woonplaats Zwolle. Hij vertrouwde me toe dat hij regelmatig zijn hart uitstort aan de oever van de rivier. De IJssel bood hem een gewillig oor voor al zijn gevoelens van pijn en verdriet. Het is een echte vriend voor me die alles van me weet, vertelde hij.

Sindsdien ben ik de IJssel ook als maatje gaan beschouwen. Ik zeg de rivier gedag als ik ‘m oversteek met de trein of de auto. Ik mis ‘m als ik op vakantie ben geweest. Ik voel me vertrouwd met de rivier als ik aan de oevers wandel. Ik ervaar een band met het stromende water van de IJssel als ik er met mijn kano op vaar. Meestal biedt de rivier me rust en regelmaat. En brengt de ruimte van het rivierlandschap ruimte in mijn hoofd. Het is een goedzak, die IJssel. Met een vrij constant en vriendelijk karakter. Maar ook met wisselende stemmingen, zoals tijdens een hoog of laag water. In die zin is de rivier niets menselijks vreemd.

Toen Zwolle het plan opvatte om een buitendijkse woonwijk te bouwen langs de IJssel, vroeg ik me af wat de rivier daarvan zou vinden. Ik deed een poging om me in de rivier te verplaatsen. Wat me daarbij hielp was een essay van Laura Burgers, Eva Meijer en Evanne Nowak met de titel ‘De stem van de Noordzee’. Daarin doen de auteurs een verkenning hoe het klinkt als de Noordzee over zichzelf zou beschikken. Ik deed een vingeroefening met de IJssel. Ter inleiding koos ik deze woorden:

Ik stroom al heel wat eeuwen langs de grenzen van Gelderland en Overijssel. En ik heb er veel zien veranderen. Ooit waren de IJsseloevers van Zwolle bijna industrieel gebied. Tussen Windesheim en Westenholte rookten wel zeven steenfabrieken, als ik het me goed herinner. In 1955 verscheen de IJsselcentrale en ook toen was het een komen een gaan van schepen met ladingen steenkool en stookolie, de brandstof om energie op te wekken. Ondertussen is er ook nog een Zwols ziekenhuis naar mij vernoemd. Daar was ik eerlijk gezegd best een beetje trots op, al is dat niet een eigenschap die je van een bescheiden IJssel zou verwachten.

Ik besloot mijn verhaal aan de gemeenteraad met de oproep: tart niet de grenzen van wetten die zijn bedacht om de charme en de rijkdom van mij als rivier te beschermen en voor de toekomst te behouden.

Soms is wetgeving trouwens niet alleen beschermend, maar ook beperkend voor de rivier. Zoals bijvoorbeeld het verplichte bezoek van de kapper, zoals ik het noem. De jaarlijkse strenge snoeibeurt van Rijkswaterstaat om natuurlijke begroeiing in de uiterwaarden te kortwieken. Of de IJssel daar zelf om gevraagd zou hebben, betwijfel ik ten zeerste.

Het brengt me meteen bij het dilemma: hoe voorkom ik buikspreken van mezelf als ik de rivier een stem geef? Ik denk dat de rivier bijvoorbeeld minder stellig is in het verwerpen van een bouwplan dan ik als mens.

Het dwingt mij om met andere ogen te kijken en de vraag te stellen: is een voorgenomen handeling van mensen goed of nadelig voor de IJssel? Eigenlijk zegt de rivier telkens tegen de mensheid: geef me de ruimte en kom niet te dichtbij, want dan voel ik me het meest op mijn gemak.

Naderhand hielp me dat, toen ik meeschreef aan het manifest ‘Drinkbare IJssel in één generatie’, met als ideaal om het binnen 30 jaar mogelijk te maken dat het water uit de IJssel zó schoon is dat wij het kunnen drinken. Ook hier hanteren we als richtlijn: draagt een handeling op of bij de rivier bij aan een drinkbare IJssel of niet? Het klinkt eenvoudig, maar het dwingt gemeentebesturen, bedrijven, boeren en waterschappen om terug te gaan naar de essentie, namelijk: hoe zorgen we voor een schone en gezonde rivier? En ook: hoe gaan we met respect om met de rivier? Want zoals Li An Phoa van Drinkbare Rivieren altijd zegt: een gezonde rivier is een bewijs van een gezonde samenleving.

De verfoeide woonwijk langs de IJssel gaat er komen, want een meerderheid van de gemeenteraad van Zwolle heeft daar vóór gestemd. Diep van binnen hoop ik dat de mensen die er straks komen wonen, zich regelmatig de vraag stellen: leef ik hier in harmonie met mijn buurman/buurvrouw de IJssel?

Door Wim Eikelboom