Terugblik Experience Anders denken over reistijd
De drukte op de Nederlandse wegen, op de fietspaden naar en in de stad en in het openbaar vervoer neemt snel toe. In het huidige mobiliteitsbeleid draait het vooral om het verminderen van reistijd; reistijd is immers tijdverlies. Wordt het tijd om op een andere manier naar reistijd te kijken?
In april verscheen de Lichtkogel ‘Anders denken over reistijd’, waarin verrassende invalshoeken rondom dit thema bij elkaar werden gebracht. Aansluitend organiseerde het programma Strategische Verkenningen van Rijkswaterstaat een bijeenkomst waar de deelnemers vanuit hun eigen ervaring konden meedenken en discussiëren over dit onderwerp. Reizen doen we immers allemaal en (bijna) iedere Nederlander is ervaringsdeskundige!
Reiservaringen
Bij binnenkomst in het LEF Future Center krijgen de deelnemers enkele vragen over hun reisgedrag. Daaruit blijkt dat de mensen die de trein hebben genomen (50 procent) ook andere vervoersmiddelen – zoals fiets, tram en bus – gebruiken, terwijl automobilisten (30 procent) het alleen bij de auto houden. Wat doen de deelnemers zoal onderweg? Automobilisten letten vooral op de weg, maar doen ook aan dagdromen, muziek luisteren en meezingen. Ook bekijken ze de omgeving. De treinreizigers houden zich voornamelijk bezig met werken en de krant of het nieuws lezen.
Invalshoek
Katinka Regtien van het directoraatgeneraal Mobiliteit van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verzorgt de aftrap van de bijeenkomst. ‘De langetermijnvisie voor de verschillende vervoersmiddelen gaat niet alleen over knelpunten van verkeersdrukte en veiligheid, maar ook over innovatie en de verduurzaming van mobiliteit. Een andere waardering van reistijd zou hierbij wel eens een belangrijke invalshoek kunnen worden. Niet alleen het ministerie is op zoek naar dit soort nieuwe aanknopingspunten. Ook gemeenten willen graag weten waar zij op kunnen inzetten om te voorkomen dat steden dichtslibben.’
Verloren tijd
Verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen neemt ons mee in de ‘Mobilitijd’. “Anders dan economen beweren, is tijd belangrijker dan geld. Verloren geld is terug te winnen, maar tijd niet.” Maar hoewel we niet zwemmen in tijd, doen we volgens Tertoolen relatief weinig met de beschikbare informatie om bijvoorbeeld files te vermijden en tijd te winnen. ‘De meeste automobilisten schuiven gewoon weer aan in de dagelijkse file. Kennelijk vormt de belofte van tijdwinst onvoldoende motivatie om af te wijken van gewoontes. Blijkbaar duurt het rustmoment in de auto tussen de hectiek thuis en op het werk niet te lang.’
'Verloren geld is terug te winnen, maar tijd niet'
Niets doen
Tertoolen pleit daarmee niet voor de file. Wel plaatst hij een kritische kanttekening bij mensen die ons willen overhalen om nog meer gas te geven in de wedloop met de tijd door ‘pseudotijd’ in de aanbieding te doen. ‘Echte tijdsbesparing komt niet voort uit de ruimte om nog meer te kunnen doen, maar juist door minder te gaan doen. Efficiëntie is een weg zonder eind, gewonnen minuten verdampen. Tijd moet je niet zien te sparen, maar jezelf vaker cadeau doen. Gewoon iets vaker niets doen zonder schuldgevoel. En het maakt daarbij niet uit of dat nu in de auto, op de fiets of op perron 12b gebeurt.’
Hersenprocessen
Pieter Medendorp, hoogleraar en directeur van het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour, geeft daarna een toelichting op de complexe hersenprocessen bij mobiliteitskeuzes in relatie tot de tijd. Hij vertelt dat ons brein neurowetenschappelijk gezien beslissingen neemt op basis van kosten en baten. ‘Daarbij gaat het om tijd, geld en energie. Gaan we op reis, dan maken we in ons hoofd een kostenbatenanalyse. Komt de auto hier het beste uit, dan stappen we in de auto. Ook al is fietsen gezonder en de helikopter sneller.’ Medendorp stelt dat we tijd niet kunnen waarnemen. ‘We hebben er geen zintuig voor, waardoor onze beleving van tijd een constructie is van ons brein. Het brein rommelt met de tijdsbeleving om de geest een meer samenhangend beeld te kunnen voorschotelen.’
Tijd als cognitief construct
De tijd die wij ervaren is een product van de hoeveelheid mentale activiteit tijdens een bepaald tijdsinterval. Medendorp: ‘Soms denken we op het moment zelf dat iets lang duurt, maar achteraf lijkt de tijd omgevlogen. Twee theorieën verklaren deze beleving van tijd: de aandachttheorie en de geheugentheorie. De aandachttheorie houdt in dat de tijd als kort wordt ervaren wanneer de hoeveelheid cognitieve processen groot is en lang wanneer er weinig cognitieve processen zijn, bijvoorbeeld als we moeten wachten. De geheugentheorie leert ons dat tijd als lang wordt ervaren wanneer we weinig informatie opnemen. En als we veel informatie opnemen, denken we dat de tijd voorbij vliegt.’ Koppelen we dit aan mobiliteit, dan levert dit een paar inzichten op. ‘Om (gedrags)verandering tot stand te brengen, moeten we weten welke kosten en baten het brein waarneemt en tegen elkaar afweegt. Tijd is slechts een van de factoren in de kostenbatenanalyse van reisgedrag. Bij de tijdsbeleving van de mens zijn bovendien meerdere neurale processen – zoals aan dacht en geheugen – betrokken. Inspelen op deze processen zou kunnen bijdragen aan gedragsverandering.’
'Tijd is slechts een van de factoren in de kostenbatenanalyse van reisgedrag'
Eyeopeners
Tijdens het laatste deel van de bijeenkomst bedenken de deelnemers nieuwe oplossingen voor het mobiliteitsprobleem. Enkele eyeopeners:
- Bij een minder saaie omgeving wordt de reistijd als korter ervaren. De inrichting van de omgeving van onze (snel)wegen is dus een belangrijke factor in het mobiliteitsgedrag!
- We moeten het probleem anders framen, zodat de focus niet blijft liggen op tijd en geld. Het woord ‘verliesuren’ heeft bijvoorbeeld een negatieve lading. Het woord ‘doelgericht’ zou veranderd kunnen worden in ‘reisgericht’. Zo zou je ook andere termen kunnen reframen.
- Van doelgericht (zo snel mogelijk) naar reisgericht (zo aangenaam mogelijk), met duurzaamheid hoog in het vaandel!• Om het groeiende aantal reizigers het hoofd te bieden, moeten andere disciplines meedoen. Alleen zo kunnen we infrastructuur en ruimte beter koppelen en mobiliteit conditioneren volgens de principes van de inrichting van de supermarkt: routes en ‘aankoopgedrag’ als logisch!
- Inzetten op de beleving door breder naar het ontwerp te kijken: kunnen we van de spitsstrook een parkeerstrook maken om gehoor te geven aan de behoefte van de mens om even uit de drukte te stappen?
- Financiële prikkels invoeren, zoals het afschaffen van de woonwerkvergoeding. Of Mobility as a Service in combinatie met een (persoonsgebonden) mobiliteitsbudget.
Leestip
We gaan steeds sneller maar komen geen seconde eerder thuis (De Correspondent)