Terugblik Experience China

Xīn Nian Kuai Le! 新年快乐! Gelukkig nieuwjaar!

Hoewel China ver weg ligt, merken we dat dit land steeds meer invloed krijgt, ook in Nederland.  Dit roept diverse vragen op. Wat betekenen Chinese initiatieven voor de Europese en Nederlandse infrastructuur? En hoe maken we de samenwerking met Chinese partijen constructief? De ongeveer honderd deelnemers aan de Lichtkogel Experience bogen zich op 24 januari 2020 over deze vragen.

Afbeelding stad en wegennet in China

De Lichtkogel Experience opent met een lezing van Ed Kronenburg, tot voor kort de Nederlandse ambassadeur in Beijing. Hij roept de aanwezigen op om zich meer rekenschap te geven van de initiatieven die China ontplooit en goed na te denken over de manier waarop Europa en Nederland hiermee zouden kunnen omgaan. Kansen om samen te werken moeten volgens Kronenburg zeker gegrepen worden, maar het is belangrijk om de wederkerigheid in dergelijke relaties te bewaken. ‘Het is dan ook van essentieel belang dat er meer kennis wordt opgedaan over China en zijn achtergronden, zoals de geschiedenis en de cultuur van dit land’, aldus Kronenburg. Wie samen wil werken met China, moet zich dus goed voorbereiden.

Weet elkaar te vinden

Maurits Boomars, senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), vertelt over de relatie tussen het ministerie en China. De Chinastrategie (2019) van het kabinet stelt dat er zeker samengewerkt moet worden met China, zoals dat nu gebeurt rondom onder andere klimaatadaptatie en duurzame mobiliteit. Maar Nederland moet niet ‘naïef’ zijn. Hoe brengt het ministerie dit eigenlijk zelf in de praktijk? Boomars meent dat er een goede balans moet zijn tussen het ‘halen’ en het ‘brengen’, waarbij het zaak is op te letten dat Nederland voldoende terugkrijgt. Hij roept het bedrijfsleven en de publieke sector op om elkaar beter te vinden als het gaat om samenwerkingsverbanden met China. ‘China is goed in strategisch opereren en concrete stappen zetten. Het is daarom van essentieel belang te weten wie wat doet, welke stappen in het verleden zijn gezet en welke afspraken er al zijn gemaakt.’

‘Wie samen wil werken met China, moet zich goed voorbereiden’

Leerfasen en gouden regels

Wees niet naïef, maar hoe dan? Deze vraag staat centraal in vijf parallelle deelgesprekken, waarin ervaringsdeskundigen in gesprek gaan met de aanwezigen. John van de Water, medeoprichter van het internationale architectenbureau NEXT architects, deelt zijn periode in China op in drie leerfasen, meebewegend met de Chinese politiek van Beijing welcomes you (2001), No more weirdness (2014) en One belt one road (2018). Daarbij stelt hij dat het de kunst is om jezelf als architect steeds opnieuw uit te vinden, passend bij de politiek, de cultuur en bij het project.

‘Pas als er een gedegen relatie is, kun je zaken doen met elkaar’

Op dit moment werkt hij in het kader van het Belt and Road Initiative samen met een Chinese projectontwikkelaar aan het project ‘Next Amsterdam’ in onze hoofdstad. Valérie Hoeks, oprichter van Adviesbureau China Inroads, heeft haar ervaringen vertaald in drie gouden regels voor zakendoen in en met China: wees pragmatisch (want elke situatie is anders), vermijd aannames (want die worden gekleurd door een westers perspectief ) en beheer de samenwerking zelf (toon interesse in je partner’s situatie en drijfveren, en investeer daar tijd in).

Relatie is belangrijker dan inhoud

Anne te Velde, voormalig attachee in China namens IenW, adviseert de aanwezigen om zich internationaal meer te verdiepen in de overwegingen en doelen van de partijen: waarom wordt ergens in geïnvesteerd en door wie? Met daarbij de dringende oproep: leef je in de Chinese cultuur. Dineke van der Burg, coördinator bij Rijkswaterstaat voor de Memoranda of Understanding met China, en Klaas Groen, afdelingshoofd Kennis & Innovatie bij Rijkswaterstaat, nemen de aanwezigen mee in hun samenwerkingservaringen op het gebied van mobiliteit en watermanagement. Ook zij onderstrepen dat de relatie belangrijker is dan de inhoud. Hun advies: probeer eerst zo veel mogelijk tijd en energie te steken in het opbouwen van een goede relatie. Pas als er een gedegen relatie is, kun je zaken doen met elkaar.

Hans de Boer, onderzoekscoördinator Deltas, Infrastructures & Mobility Initiative (DIMI) van de TU Delft, stelt dat we kennisdeling kunnen bevorderen door bijvoorbeeld in te zetten op alumninetwerken in China. Ook zouden we Chinese wetenschappers kunnen bewegen hun onderzoeken Engelstalig te publiceren en octrooien in het Engels vast te leggen. Verder kunnen we van China leren door een strategisch onderzoeksplan voor Nederland op te stellen waar publieke geldstromen en cofinanciering samenkomen.

Waar komt de angst voor China vandaan?

In de afsluitende gespreksronde vraagt een deelnemer zich hardop af waar de angst van veel mensen voor China vandaan komt. Een reactie uit de zaal is dat er weinig kennis is over China en zijn cultuur en dat dit onbegrip en angst voedt. In de discussie wordt daarom de oproep herhaald om ons meer te verdiepen in China. De hoop is daarbij onder andere gevestigd op de jongere generatie, die contact heeft met bijvoorbeeld Chinese studiegenoten en soms ook stage loopt in China. Hierdoor zijn zij onbewust al begonnen met het ontwikkelen van duurzame relaties met China. Ter afsluiting is er een mooie kennismaking met China: de deelnemers worden verrast met een optreden van Lulu Wang, die als Chinese in Nederland doorbrak met haar boek ‘Het Lelietheater’. Op humoristische wijze presenteerde zij een aantal basisbeginselen van de Chinese cultuur, zoals het collectivisme, het relativeringsvermogen, de circulaire beleving van tijd en het yin-yangbeginsel. Ze sluit af met een toast op het Chinese Nieuwjaar: Xīn Nian Kuai Le!

Door Bijou van Haren