Terugblik Experience Hitte
De Lichtkogel Experience over hitte vindt plaats kort nadat de temperaturen in ons land hoog zijn opgelopen. Met 28 graden Celsius in de buitenlucht is het ook op deze dag in KAS Woerden ondanks de zonneschermen flink warm. Gemotiveerd door de warmte verkent een groep van vijftig professionals de gevolgen van en mogelijke oplossingen voor hitte in onze leefomgeving.
Probleemoplossers voor hitte
-
Gesprek met Peter Siegmund, klimaatonderzoeker KNMI
-
Presentatie door René van der Velde, landschapsarchitect en universitair hoofddocent TU Delft, Urban Forrestry
-
Workshops: Heet, heter, heetst - code Rood door Marit Heinen en Lisette Klok, Stichting Climate Adaptation Services, Hitte en de rijksinfrastructuur door Hanna Baan Hofman en Lisette Goes, Rijkswaterstaat, De verborgen gevolgen van hitte - Inzicht in cascade-effecten door Maaike Hendriksen en Yvette van der Velde, NGinfra
-
Gesprek over de oorzaken en gevolgen van hitte met de workshopleiders en deelnemers
Nederland wordt heet!
Peter Siegmund, klimaatonderzoeker bij het KNMI, en Hilde Roothart, projectleider van de Lichtkogel, leggen ons meteen het vuur aan de schenen met de hittekwis. 40,4 en 24,4: wat zeggen deze cijfers? Waar gaat 2,3 graden Celsius over? En het getal 30? Een ding hebben al deze getallen gemeen, de toename van de gemiddelde temperatuur in Nederland is door deze getallen goed te zien. 40,4 is de hoogste maximumtemperatuur ooit gemeten in Nederland, 24,4 de hoogste minimumtemperatuur van een etmaal. Sinds 1901 is de gemiddelde jaartemperatuur met 2,3 graden Celsius toegenomen. En sinds dat jaar zijn er 30 hittegolven gemeten, waarvan 8 in de laatste 10 jaar.
Hitte maakt ons kwetsbaar
We kunnen er niet omheen, Nederland warmt op. Dat roept de volgende vragen op: wat zijn de problemen en wat zijn mogelijke oplossingen? Daarvoor kunnen we volgens René van der Velde, universitair hoofddocent landschapsarchitectuur en stadsbosbouw (TU Delft, Urban Forestry), kijken naar zijn geboorteland Australië. Het is daar altijd warm, maar mensen gaan daar veel beter om met de hitte die de steden teistert. En dat doen ze door groene paraplu’s neer te zetten die de straten koel houden. Met een boomkroonbedekking van 44% in een stad van 1338 km2 is het in sommige groene wijken tot 7 graden koeler dan in stenige wijken.
Van der Velde ziet veel voordelen van groene infrastructuur. Een groen bladerdak reflecteert en absorbeert hitte. Ook verkoelen bladerdaken door verdamping, wat leidt tot een aantoonbaar lagere luchttemperatuur in de omgeving van bomen. Wat betreft de kosten is hij positief. Groene infrastructuur aanleggen kost geld, maar daarna krijgt die alleen maar meer waarde. In tegenstelling tot grijze infrastructuur die afneemt in waarde. Als je kijkt naar Nederlandse steden en je laat de gebouwen de grond in zakken, dan voldoen veel steden aan de definitie van bos. Maar nog geen enkele stad heeft een oppervlakte van 30% voor bladerdak, die nodig is om het koel te houden in een stad. Volgens Van der Velde moet er naast meer kennis ook regie komen. Een ‘Rijksgroenstaat’ die zich in kan zetten voor groene infrastructuur is hard nodig om hitte te bestrijden.
‘Er is een Rijksgroenstaat nodig die zich in kan zetten voor groene infrastructuur’
Voorbereid op heet, heter, heetst?
Welke temperatuur maakt een stad voor jou onprettig? Deze vraag blijkt nog niet zo eenvoudig te beantwoorden. Factoren als wind, voldoende schaduw, koele plekken en luchtvochtigheid zijn net zo bepalend als de temperatuur. Bovendien hangt het af van wat je wilt doen. De antwoorden van de workshopdeelnemers variëren dan ook van 27 tot 35 graden. Hoger is onprettig, vinden zij. Extreme hitte komt steeds vaker voor, maar het kan ook exceptioneel heet worden. Denk aan meerdere dagen met hogere temperaturen dan 40 graden Celsius. Weten we voldoende wat de gevolgen dan zijn? Zijn we daar voldoende op voorbereid?
Lisette Klok en Marit Heinen van Stichting Climate Adaptation Services (Stichting CAS) hebben een mindmap ontwikkeld met mogelijke effecten van exceptionele hitte in de stad op de gezondheid, leefbaarheid, buitenruimte, netwerken en water. De mindmap bestaat uit allerlei gevolgen van exceptionele hitte. Die variëren van slaapproblemen, sociale onrust tot een uitval van energie. De deelnemers testen tijdens de workshop hoe deze mindmap in de praktijk werkt.
Al snel ontstaat een levendig gesprek. Cumulatie van verschillende effecten kan ontwrichtend werken en veel sociale onrust veroorzaken. Stel dat er een tekort aan drinkwater is en tegelijkertijd staan diverse heide- en bosgebieden in brand. Kies je er dan voor om niet langer te blussen? Of ouderen vallen met bosjes om en er is een tekort aan ziekenhuis- en mortuariumcapaciteit. Een vorm van triage wordt in zo’n situatie noodzakelijk. ‘Tijdens de coronalockdown hebben we gezien dat we hier onvoldoende op voorbereid zijn’, aldus een van de deelnemers.
‘De overheid moet een rampenplan voor exceptionele hitte maken, is de algemene teneur’
De overheid moet een rampenplan voor exceptionele hitte maken, is de algemene teneur. Aan ‘code rood’ kunnen diverse maatregelen gekoppeld zijn. Denk aan een verbod op buiten werken en strenge regulering van watergebruik. Natuurlijk veel meer schaduwplekken door middel van bomen en schaduwdoeken. Bovendien kan de overheid koele binnenplekken aanwijzen waar inwoners naar toe kunnen. En weet waar kwetsbare inwoners wonen, zodat je die extra in de gaten kunt houden en kan ondersteunen.
Wie neemt de beslissingen? Iemand oppert dat een landelijke ‘hittecommissaris’ een coördinerende rol kan krijgen. Tegelijkertijd is het lokaal maatwerk, omdat elke stad in sociaal en ruimtelijk opzicht anders is. De voorbereiding op extreme hitte kan nu starten. Want het is niet de vraag of maar wanneer deze ramp zich voltrekt. En dan kunnen we maar beter voorbereid zijn.
Hitte en de rijksinfrastructuur
Wat betekent steeds frequentere en extreme hitte voor de rijksinfrastructuur? Lisette Goes (Rijkswaterstaat) trapt af met een overzicht. Rijkswaterstaat werkt aan klimaatbestendige netwerken via een zesjarige cyclus van stresstesten, risicodialogen met de omgeving, het opstellen van een strategie en een uitvoeringsagenda. Voor de top 10 risico’s is een handelingsperspectief opgesteld. Rijkswaterstaat heeft de opgave om vanaf 2020 klimaatadaptief te handelen en dit vanaf 2050 te zijn.
‘Rijkswaterstaat heeft de opgave om vanaf 2020 klimaatadaptief te handelen en dit vanaf 2050 te zijn’
Als gevolg van hitte zijn er verschillende risico’s voor de drie netwerken van Rijkswaterstaat. Voor het hoofdwegennet vergroot hitte de risico’s op het smelten van asfalt, het uitzetten van beweegbare bruggen en het ontstaan van bos en bermbranden. Voor de vaarwegen heeft hitte onder andere invloed op de afvoerverdeling over de Rijntakken, erosie van de rivierbedding en hoogwaterafvoer (doorvaarhoogtes).
Verschillende objecten van het hoofdvaarwegennet zijn gevoelig voor hitte. Daarbij zijn beweegbare bruggen de belangrijkste categorie vanwege het grote risico en mogelijk grote impact. Hitte beïnvloedt de waterkwaliteit en –kwantiteit van het hoofdwatersysteem, wat kan leiden tot watertekorten en verhoogde concentraties van gevaarlijke stoffen. Dat kan weer problemen veroorzaken voor de verschillende functies van het hoofdwatersysteem, als er te weinig water is van een te slechte kwaliteit voor bijvoorbeeld drinkwater, voor de landbouw of voor de natuur.
Hanna Baan Hofman (Rijkswaterstaat) introduceert een aantal vragen over hitte: Wat houdt klimaatbestendigheid nu eigenlijk in? Welke definities hanteer je daarvoor? Welke risico’s accepteer je? Welke functies moeten blijven werken en hoe vaak accepteer je een uitval? Er ontstaat al snel een levendige discussie waarbij de deelnemers hun inzichten delen.
‘Kijk hoe je met grote stappen snel iets kunt bereiken, je kunt je doel ook gaandeweg bijsturen.’ ‘Uitval door hitte geeft ook afgeleide risico’s voor andere organisaties, zoals vestigingsklimaat, bereikbaarheid en continuïteit.’ ‘Ga het gesprek aan met partijen met andere perspectieven. Klimaatbestendig maken is niet alleen proberen te behouden wat je nu hebt. Je moet soms accepteren dat bepaalde dingen niet meer kunnen of minder, en dat bepaalde risico’s blijven.’
‘Kunnen we leren van ervaringen in andere klimaatzones, zoals Zuid-Europa?’
De oproep is dat we allen meer vanuit bredere maatschappelijke waarden gaan denken en ook buiten eigen kaders oplossingen gaan bedenken. Bijvoorbeeld, waar kun je een vangrail direct naast de vluchtstrook plaatsen om de objectvrije veiligheidszone te kunnen benutten voor andere doelen? Kun je meer denken vanuit multimodaliteit?
Kanttekening is dat de mogelijkheden tot grootschalige aanpassingen beperkt zijn, ook wat betreft budget, en dat de doorlooptijd lang is. Hierdoor blijven kansrijke oplossingen, zoals de aanleg van aquaducten als alternatief voor beweegbare bruggen, soms buiten beeld.
De verborgen gevolgen van hitte
Maaike Hendriksen en Yvette van der Velde (NGinfra) openen de workshop met een ogenschijnlijk simpele vraag: ‘Waar denk jij aan bij hitte?’ Maar die vraag levert een scala aan antwoorden op. De ene deelnemer aan de workshop denkt aan een lekker ijsje in de zon, de ander aan verkoeling onder de appelboom in de tuin. Een derde zit meteen met zijn hoofd bij werk en vastlopende infrastructuur door storingen. De antwoorden geven een goed beeld van de verschillende achtergronden en perspectieven van de aanwezigen. En juist die verschillende perspectieven heb je nodig om elkaar wakker te schudden en naar de cascade-effecten te kijken.
Als de groep kijkt naar wat hitte gaat betekenen voor Nederland en wat we nodig hebben om met hitte om te gaan, komen er twee inzichten naar voren. Ten eerste de toenemende problemen met grijze infrastructuur door hitte. We moeten gaan vergroenen, maar alleen daar red je het niet mee. Het is van belang dat er regie op het thema komt. Er zijn kaders nodig om te toetsen. Zoals er kaders zijn voor wateroverlast, zo moeten ze er ook komen voor groene infrastructuur. Omdat hitte over beleidsvelden heen gaat, is het van belang dat er meer centrale aandacht aan wordt besteed.
‘Moeten we toe naar een andere levensstijl om goed om te kunnen gaan met hitte?’
Ten tweede is er de menselijke kant van het probleem, namelijk de gedragsveranderingen die gemoeid gaan met hitte. Moeten we toe naar een andere levensstijl om goed om te kunnen gaan met hitte? Denk bijvoorbeeld aan de lage prijs van drinkwater. Die bevordert de zuinigheid van het gebruik van drinkwater in hete maanden niet. Er worden steeds meer maatregelen ontwikkeld om beter om te gaan met hitte, maar richtlijnen zijn nog amper dwingend. De deelnemers concluderen dat dat wel nodig is als je gezamenlijk de goede kant op wilt gaan.
Het cascade-effect stond bij sommige aanwezigen nog niet op het netvlies. Het is belangrijk om te kijken naar wat er gebeurt, ook na en voor je beoogde oplossing. Wat voor de ene organisatie een oplossing is, kan juist het probleem verergeren bij een andere organisatie verderop in de keten. Misschien is het niet alleen het belichten van de technologische aspecten, maar zijn het vooral ook de culturele normen en waarden die het gedrag van mensen beïnvloeden. Het is niet alleen belangrijk om te kijken naar wat we kunnen doen, maar ook op welk moment. Blijf bewust van wanneer kansen zich voordoen om verandering teweeg te brengen.
‘Blijf bewust van wanneer kansen zich voordoen om verandering teweeg te brengen’
Hoe nu verder?
Er zijn nog geen normen voor klimaatverandering en hitte. Wat accepteren we en waar gaan we op sturen? Moeten er kaders en maatregelen voor hitte komen? Moeten we nu het heter wordt op kortere termijn de gevolgen van klimaatverandering in kaart brengen? Moeten we onze klimaatscenario’s aanpassen en naar het volume van de cascade-effecten kijken?
Veel is nog onzeker. Er ontbreken nu dwingende prikkels om echt in beweging te komen. Daarvoor moeten er normen en richtlijnen komen. Vandaag zijn de deelnemers zich bewuster geworden van de gevolgen van hitte. De enthousiaste probleemoplossers hebben nieuwe kennis opgedaan, risico’s en kansen verkend om de strijd tegen hitte te kunnen voeren.
Door Claudia Hovius, Michiel Overkamp en Rob Portielje
Delen
Lees verder
- Lees verder in het trenddossier waarin we de problemen van en oplossingen voor hitte verkennen
- Peter Siegmund is klimaatonderzoeker bij het KNMI
- René van der Velde is landschapsarchitect en universitair hoofddocent TU Delft, Urban Forestry
- Marit Heinen is projectleider en Lisette Klok is adviseur klimaatadaptatie bij stichting CAS
- Hanna Baan Hofman en Lisette Goes adviseren over klimaatadaptatie bij Rijkswaterstaat
- Maaike Hendriksen en Yvette van der Velde vertegenwoordigen NGinfra
- De bijeenkomst vindt plaats bij KAS Woerden
KNMI Klimaatscenario's
In oktober 2023 verschijnen de KNMI'23-klimaatscenario's. De KNMI-klimaatscenario's zijn een vertaling van de wereldwijde klimaatprojecties van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, naar Nederland.