“Schade voorkomen of verzekeren is geen kwestie van of-of”
Als je te maken krijgt met een overstroming, wie vergoedt dan de schade? Decennialang was in Nederland het antwoord op die vraag de overheid. Maar de laatste jaren komt deze taak steeds meer bij verzekeraars te liggen. Welke rol kunnen zij hierin spelen? En wat kunnen we leren van andere landen?

Het nationale perspectief
In de zomer van 2021 ondervonden meer dan tweeduizend huishoudens in Limburg overlast door zware regenval en overstromingen. Ook werden er honderden horecaondernemingen en winkels getroffen. De schade voor ons land bedroeg zo’n 455 miljoen euro – exclusief de misgelopen inkomsten van bedrijven. Als je zulke overstromingsschade wilt laten vergoeden, kom je in Nederland uit bij ofwel de overheid ofwel je verzekeraar. Maar verzekeringsbedrijven doen meer dan schade vergoeden. Ze spelen ook een rol als er een overstroming aan komt, legt Vylon Ooms, beleidsadviseur bij het Verbond van Verzekeraars, uit. Sterker nog: zelfs als er nog geen regenwolkje aan de hemel te bekennen is, kunnen ze al van zich laten horen.
Verzekeraars of overheid?
Dat in Nederland niet alle overstromingsschade door verzekeraars wordt vergoed, heeft zijn wortels in de watersnoodramp van 1953. “Daarna wilden en mochten verzekeraars decennialang helemaal geen waterschade verzekeren”, zegt Ooms. In plaats daarvan konden gedupeerden geld krijgen van de overheid via de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (WTS). Rond het jaar 2000 kwam hier verandering in. “Toen is schade door neerslag weer verzekerbaar geworden.” Sinds een paar jaar zijn verzekeraars daarnaast de aangewezen partij als een zogenoemde niet-primaire kering het begeeft: een dijk of waterkering langs een kanaal, geul, beek of kleine rivier. Geeft daarentegen een primaire kering de geest, een zeedijk of een dijk bij een grote rivier, dan kunnen getroffenen nog steeds een beroep doen op de WTS. In het geval van Limburg begaven niet-primaire keringen het en was de vergoeding van de schade daarom voor een groot deel een zaak voor verzekeraars. “Maar als het om de Maas was gegaan, was het dus een ander verhaal geweest.”

Hogere stopcontacten
Na de overstromingen in Limburg onderzocht Ooms hoe lokale midden- en kleinbedrijven hiermee om waren gegaan. Wat bleek? Bedrijven die eerder al informatie hadden verzameld over overstromingsrisico’s hadden vaker structurele maatregelen genomen. “Denk aan het verhogen van drempels of het hoger plaatsen van stopcontacten.” Die kennis geeft verzekeraars een opening, vervolgt Ooms. “Het kan dus werken om klanten van tevoren te vertellen: dit zijn je risico’s op een overstroming en dit kun je daartegen ondernemen.” Wat verzekeraars nu al doen, is hun klanten vroegtijdig waarschuwen als er een overstroming aankomt. “Met ons onderzoek wilden we bekijken of bedrijven in dat geval maatregelen namen om de schade te beperken. Daaruit kwam onder meer naar voren dat deze ondernemers hun goederen inderdaad vaker naar een hogere verdieping brachten of waterkeringen plaatsten.”
Mensen veerkrachtiger maken
Een ander relevant begrip binnen de verzekeringswereld is moral hazard. Dat wil zeggen dat mensen zelf minder maatregelen nemen omdat ze toch verzekerd zijn voor eventuele schade. Daar bleek bij deze Limburgse midden- en kleinbedrijven geen sprake van te zijn. “Het was niet zo dat de mensen die verzekerd waren significant vaker minder of geen maatregelen namen.” Dit haakt aan bij wat Ooms een belangrijk punt vindt: dat schade voorkomen of verzekeren geen kwestie is van of-of. “Je hoort weleens uitspraken als: ‘De beste verzekering is een dijk’. Maar voor mij maken ze beide deel uit van een keten die je opbouwt om mensen veerkrachtiger te maken.” Het Verbond van Verzekeraars laat daarom ook steeds vaker van zich horen als in een gebied nog geen woningen of bedrijven staan die zouden kunnen overstromen. “Het is belangrijk dat we bij nieuwbouw goed rekening houden met water en bodem en geen onhandige beslissingen nemen. Daarbij roepen we dan niet alleen waar je níét moet bouwen, maar benadrukken we ook waar en hoe dat wél veilig kan.”

Het internationale perspectief
Afhankelijk van het type waterkering dat het begeeft, trekt in Nederland de overheid of de verzekeraar de portemonnee. Een logische oplossing? Op zich wel, zegt Wouter Botzen, hoogleraar economie van klimaatverandering en natuurrampen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Toch kunnen we ook veel leren van regelingen in andere landen.
Lastig en tijdrovend
Volgens Botzen is de overheid niet de meest efficiënte en effectieve schadevergoeder. “Je weet lange tijd niet hoeveel je precies gaat terugkrijgen en wanneer dat gebeurt. Kijk maar naar de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen. Bij verzekeraars is dat anders. Dan heb je een contract met polisvoorwaarden, waardoor helder is wat gedekt is en wat niet.”
Het kan zijn dat je voor de vergoeding van overstromingsschade moet aankloppen bij verschillende partijen: voor een deel bij je verzekeraar, voor een deel bij de overheid. “Dat is voor de consument een lastig en tijdrovend proces”, zegt Botzen. Waarschijnlijk komt daar binnenkort verandering in met de zogenoemde één-loket-regeling. Daarbij is de verzekeraar het enige aanspreekpunt voor de consument, ook voor het deel van de schade waarvoor de overheid een bedrag uitkeert.
Werkbare alternatieven over de grens
Maar zouden we ook de héle vergoeding bij verzekeraars kunnen neerleggen? In Duitsland bijvoorbeeld is dat grotendeels het geval. Maar daar kan dit volgens Botzen ook, doordat het overstromingsrisico er geografisch beter gespreid is. “Nederland kent grote stukken laaggelegen land, die behoorlijk verstedelijkt zijn en waar veel economische activiteit is. De verzekering van zo’n concentratie aan mensen en kapitaal in risicogebied kun je beter niet volledig bij de private markt neerleggen.” Want áls het daar een keer misgaat, is de schade zo groot dat verzekeraars deze niet vanuit hun reserves kunnen vergoeden. Een werkbaarder alternatief zou dan het Franse systeem kunnen zijn: een samenwerking tussen privaat en publiek. “In Frankrijk wordt de schade deels gedekt door verzekeraars, terwijl een publieke herverzekering de extreme schade dekt. Daarbij garandeert de overheid dat de schade altijd wordt vergoed.” Buurland Spanje werkt zelfs met een publieke verzekering die volledig in handen is van de staat.
Als de overheid een grote rol speelt in het verzekeren van overstromingsschade, kan de politiek overwegen die verzekering verplicht te maken voor iedereen – dus ook voor huishoudens en bedrijven die zich níét in risicogebied bevinden. “Ik zou dat wel logisch vinden, vanuit een solidariteitsperspectief én een economisch perspectief”, zegt Botzen. “Want ook hoog-Nederland heeft er last van als laag-Nederland overstroomt.” Daarbij zou je de hoogte van de premies kunnen laten afhangen van het overstromingsrisico. “Dat gebeurt al in het Verenigd Koninkrijk en in Duitsland.” Bovendien kun je mensen in risicogebied die vrijwillig preventiemaatregelen treffen, belonen met een lagere premie, zoals in de VS gebeurt.
Tegen grenzen aanlopen
De bottomline is dat we meer kunnen leren van andere landen, besluit Botzen. “De Nederlandse waterwereld is altijd sterk gericht geweest op preventie, en dat zal in de toekomst de centrale pijler blijven. Maar doordat we binnen ons watersysteem tegen grenzen aanlopen, worden schadebeperking en adaptatie wel steeds belangrijker. Andere landen hebben daar meer ervaring mee, omdat die altijd al minder afhankelijk waren van preventie en dus meer hebben moeten nadenken over alternatieven.”
Door Jean-Paul Keulen
Wouter Botzen
Wouter Botzen is hoogleraar economie van klimaatverandering en natuurrampen aan de Vrije Universiteit Amsterdam en directeur van het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM). Sinds 2020 is hij lid van het Sustainable Finance Lab, een denktank rond duurzaamheid en de financiële sector.
Vylon Ooms
Vylon Ooms is beleidsadviseur klimaatadaptatie bij de brancheorganisatie Verbond van Verzekeraars. Hij promoveert op dit thema aan het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit Amsterdam. Daar onderzoekt hij welke rol verzekeraars kunnen spelen bij het beter bestand maken van Nederland tegen de gevolgen van klimaatverandering.
“Bedrijven die eerder al informatie hadden verzameld over overstromingsrisico’s hadden vaker structurele maatregelen genomen”
“Het kan zijn dat je voor de vergoeding van overstromingsschade moet aankloppen bij verschillende partijen”
“Je zou de hoogte van de premies kunnen laten afhangen van het overstromingsrisico”