Een Parlement der Dingen

De natuur heeft een eigen stem die in onze democratie gehoord moet worden: dat is een centrale gedachte van de Franse filosoof en socioloog Bruno Latour. Al in de jaren negentig introduceerde hij zijn voorstel voor een ‘Parlement der Dingen’. Het idee vond én vindt veel weerklank.

Tijdens de Klimaatconferentie van 2015 in Parijs speelden 200 studenten uit verschillende landen samen een simulatie, Théâtre des négociations, op basis van zijn gedachtegoed. Enkele jaren later, in 2020, won hij de Spinozalens: een tweejaarlijkse prijs die Nederland uitreikt aan prominente denkers over ethiek en samenleving. Latour bepleit de representatie van niet-mensen in het politieke debat. De zee, gebieden, de bodem, dieren en planten moeten een stem krijgen. Dit lijkt een vaag hersenspinsel van iemand die met bomen praat, maar Latour is buitengewoon praktisch. Sterker nog, hij wijst juist naar Nederland om te tonen hoe het in de praktijk werkt. Vertolken de waterschappen, zo vraagt Latour zich af, niet al eeuwenlang de stem van het water?

Wat zijn Latours argumenten voor een Parlement der Dingen? De belangrijkste motivatie is misschien wel: we zullen wel moeten. Ongekend hete zomers, droogteperiodes, stijgende gemiddelde temperaturen, stortbuien en overstromingen zijn duidelijke signalen. Het is, aldus Latour, buitengewoon onwaarschijnlijk dat we de stijging van de gemiddelde temperatuur binnen de perken van ‘Parijs’ houden. Dan hadden we al veel eerder actie moeten ondernemen. We zitten in het scenario dat we als mens het klimaat veranderd hebben. De mens heeft zichzelf overschat. Hij dacht dat hij de natuur zou kunnen beheersen, maar aan die illusie is een einde gekomen nu we geconfronteerd worden met de ontwrichtende effecten van ons handelen. De natuur praat al met ons. We kunnen niet anders dan luisteren.

Krachtenveld

Tegelijkertijd is dit voor Latour geen reden voor donderende boetepreken. Elke soort probeert zijn omgeving zo in te richten dat hij kan overleven. De aarde zoals wij hem kennen is een krachtenveld waarin elk ding en elke soort zijn plek wil behouden: de zee eist ruimte op en slijt ondertussen stenen rotsformaties langzaam tot zandkorrels, planten overwoekeren anderen op zoek naar zonlicht, dieren bouwen nesten in bomen om een veilige plek te creëren voor zichzelf. Alle dingen richten de zaakjes zo in dat het eigen handelingsperspectief en de overlevingsmogelijkheden vergroot worden. De mens doet niet anders dan de andere soorten. Maar daarin zijn we wat te succesvol gebleken. We hebben de omgeving nu zo omgevormd dat hij zich tegen ons keert.

De constatering dat wij mensen weinig anders doen dan alle andere schepselen biedt wellicht enige troost. Maar Latour trekt deze gedachte ook radicaal door. Hij bekritiseert elke pretentie dat we als mens tegenover of boven de natuur zouden staan. Wij beheersen de natuur niet, wij zíjn natuur. Er is één ecosysteem van dingen en levende wezens die op elkaar inwerken. En daarmee moeten we het doen.

Deze gedachte betekent ook dat er geen reden is om een onderscheid te maken tussen natuur en cultuur. Onze natuur is cultuur: hij is door de mens gemaakt. Al sinds we als jagers bossen verbranden om de dieren op te jagen, veranderen we de omgeving. En andersom is onze cultuur tegelijkertijd natuur: hij is noodzakelijkerwijs gebonden aan de plek waar wij leven en aan de kenmerken van ons als soort. Er is niet een autoriteit die boven de natuur staat en waar we ons op kunnen beroepen. Er is geen onderscheid te maken tussen zaken die wel rechten hebben en dingen die dat niet hebben.

De mogelijkheid van het gesprek

Als er geen autoriteit bestaat die tussen de dingen, de dieren – waaronder mensen – beslist, hoe kunnen we dan weten hoe we ons tegenover elkaar moeten verhouden? Is er een mate van gewenste biodiversiteit? Hoe bepalen we hoe we het Amazonegebied moeten beheren? Of hoeveel temperatuurverhoging nog acceptabel is?

Hier komt de gedachte van het Parlement der Dingen in beeld. Het feit dat er geen objectieve standaarden zijn, betekent niet dat onze fragiele atmosfeer noodzakelijkerwijs het strijdtoneel is van een oorlog van allen tegen allen. Die dreigt wel (en laten we eerlijk zijn: de mens is zeker niet de minst roofzuchtige), maar er is ook de mogelijkheid van politiek, van het gesprek. En dan moeten we zorgen dat alle wezens die een plek op deze aarde claimen aan het woord kunnen komen. En dus ook de bodem, de zee, dieren, gebieden. Op die manier kunnen we alle claims op ruimte expliciteren. Alleen dan worden we ons ervan bewust dat het handelen van de een ten koste gaat van de ander. Alleen dan kunnen we op zoek gaan naar nieuwe coalities van belangen.

Sommigen zijn huiverig om te erkennen dat de natuur rechten heeft. Ze vrezen dat het draagvlak onder mensen voor maatregelen die de natuur beschermen dan vermindert. Latour zou daarop twee antwoorden hebben. Het eerste is dat we er maar aan moeten wennen dat de natuur ook zijn plek opeist. Ja, klimaatverandering gaat over macht, en ja, daarbij zijn er verliezers. Het tweede antwoord is echter ook van belang: Latour erkent de verschillen tussen mensen. Net zoals de natuur vele soorten kent, zijn er vele groepen mensen. Sommige landen, bedrijven en groepen belasten het milieu veel meer dan andere – en beperken daardoor het handelingsvermogen van andere mensen. In het Parlement der Dingen heeft iedereen die zijn recht opeist een plek. Dus naast dieren, zeeën, planeten en landen kunnen ook steden, streken of bevolkingsgroepen een stem krijgen. Latour benadrukt dat ruimtelijke vraagstukken een sociale en politieke dimensie hebben. Dat betekent niet dat de uitkomsten van het parlement bij iedereen draagvlak hebben, maar wel dat iedereen gehoord kan worden en nieuwe coalities mogelijk zijn.

De natuur aan het woord

Ligt het aan onze geografische positie, kwetsbaar laag bij de zee, dat Nederland het gedachtegoed van Latour zo bijna argeloos omarmt? Het Rotterdamse theatercollectief Club Gewalt geeft in de musical Antropoceen de aarde, de oceaan en kwallen het woord. In de gemeenteraad van Zwolle geeft de IJssel zijn mening over woningbouwplannen. De zee heeft zijn afvaardiging in de Ambassade van de Noordzee. De waterschappen zijn al genoemd. Ook de opmars van de Partij voor de Dieren zal Latour blij stemmen. En, tot slot, wat te denken van het kunstwerk Aarde: de vijf panelen achter de sprekers in ons parlement? De maker, Jos de Putter, heeft de kluiten aarde bewust rechtop gezet, want “dat is de positie van een gesprekspartner”. Nu zwijgen de kluiten aarde nog. Maar wat betekent het voor ons als deze ontwikkeling doorzet, en zij gaan spreken?

Door Hans Peter Benschop