'De stem van de Grote Wateren'
Rivieren, zoet-zoute meren en de zee. Wie luistert naar de stem van het water, hoort het lied van de Delta. Daar wil het water stromen ten dienste van de natuur. Bureau Feddes/Olthof-landschapsarchitecten vertaalde die stem in een verhaal over natuurlijke dynamiek op maat, het ‘Ontwikkelingsperspectief voor de Grote Wateren’, dat sinds 2021 stapsgewijs door het Rijk wordt uitgevoerd.
Grote Wateren in een cultuurlandschap
Van IJsselmeer tot Markermeer, van Oosterschelde tot de Bedijkte Maas: stuk voor stuk zijn het voorbeelden van getemde wateren. Om ons land leefbaar te houden zijn er kunstwerken gebouwd. Die sluizen, dammen en dijken hebben ook invloed op de natuur, omdat het stromende water stagneert en de natuurlijke dynamiek verdwijnt. Na verloop van tijd kregen de gecompartimenteerde wateren allemaal te maken met dezelfde soort problemen, namelijk verminderde waterkwaliteit en ecologische degradatie. Wat te doen?
Om het tij te keren gaf het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat samen met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan ontwerpbureau Feddes/Olthof de opdracht om een ecologisch perspectief te ontwikkelen gericht op alle Rijkswateren; zoet en zout. Een uitdagende klus die het ontwerpbureau oppakte samen met ecoloog Sjef Jansen en planeconoom Roelof Balk. De kernvraag was: wat is er nodig om de natuurlijke processen weer op gang te brengen? Landschapsarchitect Yttje Feddes, voormalig Rijksadviseur voor het Landschap, vertelt over dit bijzondere project.
Kunt u het Ontwikkelingsperspectief voor de Grote Wateren toelichten?
“Vooraf had Rijkswaterstaat mogelijke ecologische herstelmaatregelen voor de grote wateren geïnventariseerd. Onze opdracht was om scenario’s te maken om die maatregelen te kunnen prioriteren. Eerst hebben we de ecologische opgave voor de grote wateren goed in beeld gebracht. Samengevat draait het steeds om herstel van de verstoorde natuurlijke dynamiek. De vraag is dus: hoe zorg je voor herstel?
Daarvoor benoemen we drie belangrijke randvoorwaarden: zorgen voor natuurlijke dynamiek op strategische plekken; herstellen en verbeteren van de verbindingen tussen rivieren, estuaria en zee; toevoegen van ontbrekende leefgebieden. Als deze maatregelen worden uitgevoerd, ontstaat er een deltasysteem dat veerkrachtig is en zichzelf grotendeels in stand kan houden. Vervolgens hebben we de besluitvormers criteria meegegeven om kansrijke maatregelen te kunnen prioriteren.
Wat deze opdracht – achteraf gezien – zo bijzonder maakte, was de timing. Terwijl we werkten aan dit project verscheen ook het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte III. Daarin was een flink budget gereserveerd voor natuurherstel. En zo kwam het dat dit project de wind mee kreeg terwijl de inkt van het ontwikkelplan nog aan het drogen was. Het Rijk vertaalde het Ontwikkelingsperspectief in een ‘Programmatische Aanpak voor de Grote Wateren’ (PAGW) dat nu in uitvoering is. Dat dit allemaal zo snel gelukt is, vind ik heel bijzonder.”
In het Ontwikkelingsperspectief beschrijven jullie gradaties in dynamiek. Kun je die gradaties in dynamiek ook vertalen naar gradaties in vrijheid?
“Ja, dat kan. Hoe vrijer de natuur, hoe dynamischer het systeem. Maar als landschapsarchitect ben ik gewend om te werken binnen het Nederlandse cultuurlandschap. Daarbij gaat het steeds om het zoeken naar het evenwicht tussen de natuur en cultuur.
In ons cultuurlandschap is de natuur erg bekneld geraakt. De balans is verstoord en de ecologische ontwikkeling stagneert. De vraag is dus hoe je een strategie kunt bedenken zodat er een nieuw evenwicht ontstaat tussen de natuur en ons cultuurlandschap. Dat kan door te zorgen voor robuuste natuurlijke systemen.”
Hoe vrij is robuuste natuur die ontworpen is op de tekentafel?
“Als landschapsarchitect wil je niet gaan tuinieren. Daarom zoek je naar natuurontwikkeling die ook past bij het natuurlijke systeem. Het is immers niet de bedoeling om de gewenste natuur eeuwig met intensief beheer in de stand te moeten houden. Je gaat bepaalde condities scheppen, zodat de natuur zich kan ontwikkelen en het daarna zelf kan doen. Dan zorgen natuurlijke processen dus zelf voor het ‘beheer’ van het gebied.
Het project Ruimte voor de Rivier is daarvan een mooi voorbeeld. De technische doelstelling van het project was ‘verlaging van de waterstand’, maar tegelijkertijd moest ook de ruimtelijke kwaliteit van de uiterwaarden worden verbeterd. Er zijn toen maatregelen genomen waardoor de rivier op een meer natuurlijke manier door het gebied kon stromen. Nu zorgen de rivieren in principe zelf voor het natuurbeheer in de uiterwaarden.”
In het Ontwikkelperspectief voor de Grote Wateren staan geen voorbeelden van echt vrije wateren, behalve dan de Noordzee. Klopt dat?
“Het klopt dat we onze hele delta hebben ingesnoerd. Maar in enkele gebieden kun je het karakter van de vrije natuur wel zien. Denk aan de Waddenzee. Die is weliswaar veranderd door de aanleg van de Afsluitdijk, maar als we accepteren dat de getijdeslag daardoor is veranderd, zien we toch een natuurlijke Waddenzee die in open verbinding staat met de Noordzee.
Andere voorbeelden van vrij stromende wateren in de Nederlandse delta zijn de toegangsgebieden tot de grote havens. Denk aan de Eems Dollard, de Westerschelde en de Nieuwe Waterweg. Deze waterwegen kennen geen sluizen. In deze gebieden zou je de vrije deltanatuur gemakkelijk meer kansen kunnen geven. Denk aan de oevers van die waterwegen.
Maar wat blijkt? In de vrije waterwegen zonder kunstwerken is er juist weer te veel dynamiek, merken we. Het water in de Eems Dollard en de Westerschelde wordt troebel vanwege de continue aanvoer van slib en sediment. En in de Nieuwe Waterweg stroomt er te veel zout water landinwaarts, omdat de vaargeul steeds op grote diepte wordt gehouden. Die zoutindringing moet dan weer op andere manieren worden tegengegaan. Met andere woorden: in zulke vrij stromende deltagebieden gaat het dus juist om het afremmen van de dynamiek.”
Kunnen we de Grote Wateren in Nederland dan wel echt een eigen stem geven?
“Die eigen stem zal altijd klinken in de context van het cultuurlandschap. Maar juist nu we voor de opgave staan om onze delta aan te passen aan het veranderende klimaat, zal de natuurlijke dynamiek van de grote wateren sterker gaan doorklinken. Op de plekken waar dat kan zullen we meer moeten gaan meebewegen met het natuurlijke systeem.”
Door Ingrid Zeegers
Delen
Overzicht van artikelen
Landschapsarchitect Yttje Feddes is bekend als Rijksadviseur voor het Landschap (2008-2012). In 2006 richtte ze met Berdie Olthof het ontwerpbureau Feddes/Olthof op. Daarvoor werkte ze als projectleider bij diverse bureaus en was ze betrokken bij enkele rijksprojecten zoals Ruimte voor de Rivier. In 2018 was ze hoofdopdrachtnemer voor het Ontwikkelingsperspectief Grote Wateren.
“Het water in de Eems Dollard en de Westerschelde wordt troebel vanwege de continue aanvoer van slib en sediment”