Arnhem en omgeving in 2120

Hoe ziet de stad van de toekomst eruit? Onderzoekers uit Wageningen maakten een ontwerp van Arnhem in 2120. Het is geen blauwdruk, maar een denkrichting. Doel is de verbeelding aan te jagen. En dat lukt: de Rijn krijgt de vrije ruimte en de Veluwe zal worden bewoond.

Drones die de pakketbezorging doen. Zelfsturende auto’s over smalle wegen. Verticale stadslandbouw in voedselflats. Waterteelt in drijvende bakken. Een stad die doorsneden wordt door groene corridors, zodat verkoelende lucht vanuit de beekdalen de zomerhitte kan verjagen.

Een zeventienkoppig onderzoeksteam van Wageningen University & Research stelde het rapport De stad van 2120: natuurlijk! op. Twee van hen zijn landschapsonderzoeker Ilse Voskamp en landschapsarchitect Lisanne Struckman. Hun doel was niet om een blauwdruk voor de toekomst uit te tekenen, maar om de verbeelding te prikkelen: hoe willen we dat de Nederlandse steden er over honderd jaar uitzien?

Arnhem Visual Plateau

Natter en droger

Als casus is Arnhem genomen, omdat de stad zo interessant gelegen is: op de grens van de hogere zandgronden in het noorden en het rivierengebied met de Rijn in het zuidelijk deel van de gemeente. Waar moet het Arnhem van de toekomst rekening mee houden? Onder andere met de opwarming van de aarde. Dat betekent dat het stadsleven zelf heter wordt, dat de rivier soms meer water moet verwerken en dat vanwege de stijgende zeespiegel inwoners in het laaggelegen Zuid- en Noord-Holland misschien naar de hogere zandgronden in het oosten trekken.

“Door de klimaatverandering zullen er nattere perioden en drogere perioden komen”, vertelt Struckman. “Dat betekent veel voor de buffercapaciteit die de Rijn nodig heeft. Arnhem ligt nu heel dicht bij de Rijn. Die extra buffercapaciteit hebben we op basis van prognoses vertaald naar een concreet cijfer van 22 miljoen kubieke meter. Met die randvoorwaarde zijn we gaan ontwerpen. Hetzelfde hebben we gedaan voor de natuur, op basis van de ambities van het natuurgebied Gelderse Poort. Ook daar kwam een oppervlaktemaat uit wat betreft extra natuur.”

Arnhem Visual Flank copy

Het natuurlijke systeem

“We hebben ons ontwerp gebaseerd op de natuurlijke ondergrond van Arnhem”, vertelt ze. “Tot nu lieten we ons bij de ruimtelijke inrichting van Nederland leiden door technologie. We konden gebieden ontwateren en daardoor zelfs bouwen op slappe veengronden. Maar daar zit een limiet aan. De waterspiegel kunnen we niet meer kunstmatig laag houden. In 2120 willen we uitgaan van het natuurlijke systeem zelf. We gaan daarom wonen op het Veluwse plateau; op de hogere zandgronden. Arnhem is daarnaast bekend om zijn bekensystemen, die van de Veluwe naar de stad lopen. Soms zijn ze heel smal of zelfs ondergronds gelegen. Als je die beekdalen verbreedt, kun je daar recreatie toestaan, maar ze ook gebruiken om water op te vangen. Arnhem zelf is gedeeltelijk laag gelegen, vooral Arnhem-Zuid. De woonwijken daar liggen zo laag in het riviergebied, dat we denken dat die situatie op langere termijn niet houdbaar is. In ons ontwerp gaan mensen wonen op terpen, die kunnen worden gebouwd op de oeverwallen. De lager gelegen komgronden kunnen we beter laten overstromen.”

Voskamp vult aan: “Als we over energie denken, moeten we niet alleen denken aan opwekking, maar ook aan opslag. Het landschap bij Arnhem biedt daar een kans voor, door het grote hoogteverschil op korte afstand. Je kunt meertjes aanleggen in hogere gebieden, waar je overtollig water heen pompt als er een energieoverschot is. Op momenten dat er veel vraag naar energie is, kun je het water door turbines laten stromen en zo opnieuw energie opwekken. Dat heet pumped hydro-storage. Wat ik daarnaast een eyeopener vond, is dat de mobiliteit van de toekomst veel kansen biedt op energiegebied. In steden ligt nu zoveel asfalt, en zijn er zoveel parkeerplekken. Maar zelfrijdende auto’s hebben niet zoveel parkeerplek nodig en kunnen over smallere wegen rijden. Daardoor komt er plaats voor vergroening in het straatbeeld en ontstaat er een nieuwe kans voor de verbondenheid tussen stad en natuur. Aan de rand van de stad komen transporthubs, waar de zelfrijdende auto’s kunnen staan en ook gebruikt kunnen worden als buffer voor opgewekte energie. Als ze daar geparkeerd staan, kunnen ze energie terugleveren aan het net op het moment dat er weinig zonne- of windenergie is.”

Arnhem Explosion drawings_wonen en mobiliteit

Met elkaar

Struckman werkte in het verleden als landschapsarchitect aan verschillende projecten van Rijkswaterstaat, waaronder aan de verbreding van de A20 en de Blankenburgverbinding bij Rotterdam. “Ik hoop dat Rijkswaterstaat vooral wil kijken naar ons verhaal over mobiliteit en de extra buffercapaciteit voor de rivieren. De opdrachten die ik voor Rijkswaterstaat heb gedaan, gingen vaak over de verbreding van snelwegen. Maar in deze toekomstige situatie is dus minder asfalt nodig, door enerzijds minder parkeerplekken en anderzijds smallere wegen doordat auto’s zelfrijdend zijn. Ons wegenstelsel kan daarom anders. Daarnaast gaat Rijkswaterstaat over de rivieren. Hoe denken ze erover dat naar ons idee de dijken langs de Rijn en de Waal straks niet meer begrensd zijn? De dijk bij de Rijn halen we weg en we gaan op terpen wonen. Het rivierengebied, en daardoor ook het beheergebied, wordt daardoor veel groter. De interessante vraag is dan: hoe gaat dat beheerd worden?”

Voskamp besluit: “Ik druk mensen graag het belang op het hart van gezamenlijk naar de toekomst durven kijken, op een positieve manier, met alle stakeholders: dus samen met Rijkswaterstaat, natuurorganisaties en overheden. Als we los durven komen van de waan van alledag en kijken naar de verre toekomst: hoe kunnen we dan samen werken aan een aantrekkelijke, klimaatbestendige stad van de toekomst?”

Door Jurgen Tiekstra


IlseVoskamp_cv

Ilse Voskamp werkt bij de afdeling Wageningen Environmental Research van Wageningen University & Research. Als onderzoeker en landschapsontwerper houdt ze zich vooral bezig met stedelijke verduurzamingsvraagstukken en klimaatbestendigheid van steden en regio’s.

LisanneStruckman_cv

Lisanne Struckman is verbonden aan de vakgroep Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning van Wageningen University & Research. Als landschapsarchitect is ze er zowel docent als onderzoeker. Hiervoor werkte ze bij ontwerpbureaus en hield ze zich bezig met dijkversterkingen, duurzame energie, infrastructuur en wegverbredingen.

“De interessante vraag is: hoe gaat dat beheerd worden?”