Het personeel is op, en dat zal voorlopig niet veranderen

“De arbeidsmarkt is op”, zegt Bart Götte, hoofddocent The Future of Work aan de UvA Academy. “We vissen met z’n allen in een vijver die leeg is. Er zit niks anders op dan in elkaars bootje te gaan vissen. De vraag is hoeveel uur we met elkaar nog beschikbaar hebben om te werken. En waar we in die beperkte tijd voor willen werken.” Het antwoord? De maatschappelijke opgave.

Een schoolklas zonder leerkracht, een huldiging zonder beveiliger, een tunnel zonder technicus: de spanning in de arbeidsmarkt is ongekend hoog. Er zijn meer vacatures dan werklozen. “Dit hebben we in vijftig jaar niet gezien”, zei Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het Centraal Bureau voor de Statistiek, tegen de NOS. Helemaal onverwacht kan dit tekort niet zijn. Vijf jaar geleden voorspelde het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt al een groot personeelstekort in techniek, zorg en onderwijs. En van korte duur zal de krapte ook niet zijn, een dichte tunnel is nog maar het begin. Het personeelstekort duurt nog zeker dertig jaar, zeggen arbeidsdeskundigen.

Wat betekent dat? In de uitzending van VPRO Tegenlicht ‘Het werken van morgen’ uit 2015 werd een doemscenario geschetst. Volgens alarmerende studies dreigde bijna vijftig procent van de banen wereldwijd vervangen te worden door robots, computers en verregaande automatisering. Bart Götte – die zich bezighoudt met organisatievraagstukken en de toekomst van werk – kent die studies. “Een daarvan is een boek uit 2014, ‘The second machine age’ van Erik Brynjolfsson en Andrew McAfee. Daarin werd aangekondigd dat de helft van alle beroepen zou gaan verdwijnen, met als drijvende kracht automatisering. We zijn nu bijna tien jaar verder. En de conclusie is dat het klopt: wat er in dat boek staat, is uitgekomen.”

Arbeidsmarkt1_artikel

De oorzaak is vergrijzing

Götte: “Het zijn alleen niet zozeer de beroepen die verdwijnen, maar de taken in die beroepen: het maken van afspraken, de post die je verstuurt, de manier waarop je vergadert. Taken worden overgenomen door software.” Ga maar na hoe dat gaat in ons dagelijks leven: online formulieren invullen, boodschappen scannen met een handscanner in de supermarkt, drankjes bestellen met een QR-code. Als je al die taken bij elkaar optelt, dan is dat veel werk. En dat levert een bezuiniging op personeel op.

Als er door automatisering inmiddels minder personeel nodig is, hoe kan er dan toch een tekort zijn? “Het ingewikkelde, voorgeschreven werk hebben we geautomatiseerd”, zegt Götte. “En wat daar voor terug is gekomen, is meer vraag naar complex werk en taken die het beste door mensen kunnen worden uitgevoerd, zoals in de zorg. Maar de vraag naar personeel voor dit soort werkzaamheden is veel groter dan het aanbod, en dat gaat nog dertig jaar duren. De oorzaak is vergrijzing, en dat weten we al veertig jaar. Het is een onopvallende trend totdat de kaartenbakken leeg zijn. Dan worden we allemaal wakker, zoals in de zomer van 2022.”

De bedoeling

De coronalockdown heeft onze manier van werken veranderd. Door het werken op afstand heeft de autonoom werkende mens aan kracht gewonnen. Er is geen chef meer nodig, die zegt hoe we het moeten doen, die meekijkt hoe we het doen en ons corrigeert als we het niet goed doen. Een sleutelwoord in de manier van werken is volgens Götte het woord bedoeling: “Wat organisaties moeten doen, is vertellen wat de bedoeling is, maar niet hoe het proces moet verlopen. Er is altijd een heilig geloof geweest dat als we het proces – in de vorm van criteria en protocollen – maar goed beschrijven, dat het resultaat dan is gegarandeerd. Maar inmiddels daalt het besef in dat dat geen houdbare manier van werken is. We moeten leren om het werk op een andere manier te verrichten, want de aard van het werk gaat veranderen.”

Hoe? Dat wordt duidelijk aan de hand van de ontwikkelingen op het gebied van leren. Oudere generaties leerden op basis van individueel presteren, bij jongeren zijn projectmatig samenwerken en ondernemend leren de norm. Götte concludeert: “Het gaat om andere waarden en om andere definities van kwaliteit. Een kwaliteit is nu of we dichter bij de bedoeling zijn gekomen. Dus geen doelstelling maar bedoeling. Een doelstelling is heel specifiek, de bedoeling is de maatschappelijke opgave: wat is onze maatschappelijke betekenis, rol en legitimiteit? Voor de fysieke leefomgeving is die maatschappelijke opgave klimaatverandering, en die is van planetaire proporties.”

Arbeidsmarkt2_artikel

Andere vaardigheden

Upskilling, reskilling, digital en soft skills; waar komt die toegenomen belangstelling voor vaardigheden vandaan? Götte antwoordt: “Die heeft te maken met de transitie van voorgeschreven werk naar complex werk. Daar heb je andere vaardigheden voor nodig. We komen uit de eeuw van gehoorzaamheid en we moeten naar de eeuw van verkennen en experimenteren. Leren, dat is de kernvaardigheid van de toekomst. Daarbij geloof je dat je het kan. Mag je leren. Mag je fouten maken, want foutloos staat het leren in de weg. Werken is continu leren.”

Dus lerende organisaties vervangen coördinerende organisaties? “Ja, dat kun je wel zeggen”, vindt Götte. “En partnerships worden daarbij belangrijker. Als er geen mensen meer zijn die het werk kunnen doen, wordt concurrentie overbodig. Aanbestedingen verliezen hun functie. Het alternatief voor concurrentie is samenwerking. Dat is een fundamentele verschuiving, die traag zal gaan maar wel zal gebeuren. En dat roept vragen op over wat we echt belangrijk vinden, bijvoorbeeld over de hoeveelheid verbindingen en het wel of niet verbreden van snelwegen. Want er is niet voldoende personeel, dus wat willen we dan doen?”

Door Hilde Roothart


BartGotte_cv

Bart Götte is oprichter van FutureFlock. Hij houdt zich bezig met werk, organisaties en toekomstverkenningen. Anticiperen op wat gaat komen, dat vindt hij interessant. Götte is ook hoofddocent van de executive course ‘The Future of Work’ aan de UvA Academy for Continuing professional development van de Universiteit van Amsterdam.

"Voor de fysieke leefomgeving is die maatschappelijke opgave klimaatverandering, en die is van planetaire proporties"