Een nieuw perspectief op koloniaal erfgoed

Eeuwenlang zette Nederland in ‘overzeese gebiedsdelen’ met waterbouw de natuur en bevolking naar zijn hand. Soms met schadelijke gevolgen voor de omgeving en de lokale bewoners. Het inzicht groeit dat het waardevol kan zijn om iets van de oude gebruiken en het immateriële erfgoed af te stoffen. Ze kunnen mogelijk een belangrijke rol vervullen om weerbaarder tegen klimaatverandering te worden. Drie deskundigen op het gebied van koloniaal erfgoed vertellen hun verhaal.

Waterbouwkundige werken op Java, Nederlands-Indië (1932) Nationaal Archief
Waterbouwkundige werken op Java, Nederlands-Indië (1932) Nationaal Archief

Op de TU Delft begint Maurits Ertsen zijn verhaal met een eenvoudig, maar veelzeggend voorbeeld. “De collegedictaten bevatten tot 1981 formules voor de aanleg van kanalen en voor waterstroming, die helemaal waren geënt op Nederlands-Indië. Er was zelfs een academische discipline die ‘Indische waterbouw’ heette”, vertelt Ertsen, die techniekgeschiedenis tot zijn domein rekent. In de koloniale tijd gingen Nederlandse ingenieurs naar Nederlands-Indië om afvoerkanalen aan te leggen en irrigatiesystemen te ontwerpen. “Het doel was niet alleen om het water onder controle te krijgen, maar ook om de mensen onder controle te houden en de koloniale handel te bevorderen.” Zo werden de irrigatiekanalen gedimensioneerd op de waterbehoefte van suikerriet, waar Nederlandse handelaren destijds flink geld aan verdienden. “De waterbehoefte voor de rijstvelden, die de lokale en regionale markt bedienden, was minder doorslaggevend”, aldus Ertsen. Toen de suikerriethandel instortte, was het de vraag of de kanalen ook de meer watervragende rijstvelden konden voorzien. “Na enig passen en meten bleek het te kunnen.”

Ook in de hedendaagse discussie rond het sterk verzakkende Jakarta, waar een stormvloedkering de stad moet gaan beschermen tegen zeespiegelstijging, stormen en verzakking, herkent Ertsen sporen uit een beladen verleden. In de oplossingen klinken namelijk de concepten van onze ingenieurs door. “Natuurlijk heeft een kering in de vorm van een enorme ringdijk ook de voorkeur van bepaalde Indonesische belanghebbenden. En uiteraard denken Nederlandse ingenieurs mee over aanpassingen, zoals openingen in de kering waardoor vissersschepen naar buiten kunnen; of over de aanleg van een weg op de kering. Het is niet allemaal meteen slecht, maar ik vind wel dat we ons bewust moeten zijn van de machtscomponent rond waterprojecten.”

Emmabrug in Willemstad, Curaçao met zicht op Otrobanda web
Emmabrug in Willemstad, Curaçao met zicht op Otrobanda - Willem van de Poll (1955) Nationaal Archief

Ruimte voor de rooi op Curaçao

In het Caribische gebied spelen soortgelijke problemen. Omringd door zout water en een stijgende zeespiegel zijn de voormalige Nederlandse eilanden en hun levensgemeenschappen van oudsher aangewezen op zelfvoorzienendheid, zegt landschapsontwerper en onderzoeker Suzanne Loen. “Menselijk handelen en techniek hebben zwaar hun stempel op het landschap gedrukt. Zo vond tijdens de Spaanse en Nederlandse overheersing ongebreidelde houtkap en overbegrazing door vee plaats, met ontbossing, erosie en overexploitatie van watersystemen als gevolg.”

Op Curaçao bestaat een oud watersysteem van rooien en dammen. “Rooien zijn droge beken, die bij hevige regenval veel water bergen. Vooral bij tropische plensbuien zijn ze belangrijk. Beplanting in de rooien, dammen en tanki’s (grote waterkuilen) helpt om het water vast te houden, zodat het niet afstroomt naar zee. Maar veel rooien, dammen en tanki’s zijn aangetast en bebouwd, vergelijkbaar met de uiterwaarden in Nederland. In mijn handreiking ‘Ruimte voor de Rooi’ pleit ik ervoor om dit watersysteem te respecteren.” In het project Awa pa Kòrsou (water voor Curaçao) van het Programma Erfgoed Deal analyseert Loen dit rooi- en dammenstelsel en doet ze aanbevelingen over het combineren van wateroverlast en droogte. “Er moet een goede watertoets komen als beschermingsregime voor de rooien.”

Daarnaast zijn veel rooistelsels door Shell ingezet voor grootschalige waterexploitatie in zogenoemde ‘waterplantages’. “Op Curaçao stelden de Nederlandse Staat en Shell met de raffinaderij het economische belang voorop. Intussen verkocht Shell drinkwater aan de bevolking.” Loen stelt dat dit niet goed is. “Water is een publiek goed en het moet eerlijk worden verdeeld. Anders vergroot klimaatverandering de ongelijkheid tussen mensen.” Koloniaal ongemak vindt ze ook het feit dat in Nederland in de jaren zestig en zeventig rioolwaterzuiveringsinstallaties werden aangelegd, maar dat de Nederlandse Antillen hierbij buiten de boot vielen. “Jarenlang liep afvalwater zo het kwetsbare koraalrif in. De mensen op Bonaire zijn nu terecht trots op hun eerste installatie voor rioolwaterzuivering. Maar het is schaamtevol dat het zo lang moest duren.”

Arbeiders aan het werk in de zoutpannen van Bonaire web
Arbeiders aan het werk in de zoutpannen van Bonaire - Willem van de Poll (1947) Nationaal Archief

Waterbakken en cactushagen op Bonaire

Watermanagement en klimaatadaptatie moeten meer worden gebaseerd op nature based solutions en het benutten van erfgoed, zegt Jet Bakels, wetenschappelijk medewerker bij Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN). “Immaterieel erfgoed is een hefboom voor waterbeheer en biodiversiteit”, zegt de antropoloog. Dat blijkt ook op Bonaire. Net als Curaçao kampt het eiland met een stijgende zeespiegel en een veranderende kustlijn, waarbij afstervend koraal nu nog als een golfbreker fungeert.

Het koraalrif biedt Bonaire ook een culturele identiteit en een economie met een florerende visserij en tientallen duikspots, zo blijkt uit onderzoek uit 2022 van het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) aan de Vrije Universiteit. De relatie tussen natuurhistorie en erfgoed is evident. Zo heet de hoofdstad van Bonaire Kralendijk, wat een verbastering is van ‘koralendijk’. Toenemende hitte en droogte en een grotere kans op tropische stormen maken een laaggelegen eiland als Bonaire extra kwetsbaar. Bakels wijst erop dat het oorspronkelijke systeem van wateropvang in regenbakken op Bonaire in de vergetelheid is geraakt. “Er bestonden zelfs openbare bakken voor algemeen gebruik, maar ze zijn decennia geleden weggehaald vanwege de waterleiding die bewoners en toeristen van ontzilt zeewater voorziet.”

De voorraad van die waterleiding is echter slechts voor één week toereikend. Dus als er iets misgaat, zouden die oude bakken voor noodzakelijke aanvulling kunnen zorgen. Tijdens veldwerk constateerde Bakels dat de lokale bevolking de bakken wel terug wil. De angst voor muggen is ongegrond, zegt ze. “Voorheen hielden de bewoners visjes in de bakken die de dengue-muggenlarven opaten.” Ze laat foto’s zien van indrukwekkende gevlochten cactushagen. “Goed voor infiltratie, erosiebestrijding en biodiversiteit. Erfgoed is een kans om de bevolking bij klimaatoplossingen te betrekken.”

Diverse bestuurders op de eilanden zien het belang van deze oude gebruiken in de nieuwe context van klimaatverandering, aldus Bakels. “Ze zeggen: ‘We moeten de balans weer zoeken: oude systemen, aangepast aan de moderne tijd’.” Bakels vertelt dat de opvangbakken in de landhuizen voor de rijkere mensen nog functioneren. “Mensen gebruiken het water voor de tuin, toiletspoeling en wasmachines. Ze lopen dus eigenlijk voor op Nederland.”

Intussen heeft Nederland samen met het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden een gezamenlijke agenda opgesteld om de klimaatverandering beter het hoofd te bieden. Samen willen ze stappen zetten om kennisdeling, samenwerking en financiering te versterken. Hierbij gaat het om het vergroten van het aandeel duurzame energie (zon, wind) en wateropvang tijdens hevige regenbuien. Elk eiland maakt een concreet klimaatplan. Eind 2024 wordt de voortgang besproken op de tweede Caribische Klimaat en Energie Conferentie.

Door René Didde


Maurits Ertsen

Maurits Ertsen

Maurits Ertsen studeerde irrigatie aan Wageningen Universiteit & Research, met uitstapjes naar filosofie en geschiedenis. Hij promoveerde op techniekgeschiedenis aan de TU Delft. Ertsen is universitair hoofddocent waterbeheer aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft, waar hij de relatie tussen water en machtsstructuren in koloniale en archeologische contexten onderzoekt.

Suzanne Loen

Suzanne Loen

Suzanne Loen studeerde architectuur aan de TU Delft. Met haar bureau LILA Living Landscapes ontwikkelt ze natuur- en erfgoedinclusieve strategieën voor klimaatrobuuste gezonde steden en landschappen. Ze richt zich op de potentie van historische groen- en watersystemen voor de (her)ontwikkeling van cultureel erfgoed en de versterking van natuurwaarden.

Jet Bakels

Jet Bakels

Jet Bakels is cultureel antropoloog. Ze promoveerde aan de Universiteit Leiden op de rol en betekenis van de wildernis en de tijger in Indonesië. Ze is wetenschappelijk medewerker bij het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Bakels onderzoekt de waarde van lokale kennis en culturele praktijken en de manier waarop deze kunnen bijdragen aan een klimaatrobuust en biodivers landschap.

“Menselijk handelen en techniek hebben zwaar hun stempel op het landschap gedrukt”

National Capital Integrated Coastal Development

Masterplan voor de kust van Jakarta

“Toenemende hitte en droogte en een grotere kans op tropische stormen maken een laaggelegen eiland als Bonaire extra kwetsbaar”

Programma Erfgoed Deal

Erfgoed Deal

Het Programma Erfgoed Deal ondersteunt aansprekende projecten, waarin het behoud en gebruik van erfgoed samengaat met de grote ruimtelijke opgaven van dit moment.

“Bestuurders op de eilanden zien het belang van oude gebruiken in de nieuwe context van klimaatverandering”