Geld duurzaam laten rollen
Wie droomt van een duurzame samenleving ziet een land vol goed geïsoleerde huizen, windmolens en zonnepanelen. Een mooi streven, dat wel eerst moet worden gefinancierd. Geld dat op zoek is naar rendement kan verschillende kanten oprollen. De een belegt het in olie, de ander stopt het in zonnepanelen en windmolens. Gezien de opgaven waar onze maatschappij voor staat, zou het laatste het meest verstandig zijn. Maar hoe krijg je de financiële sector daarin mee?
Over het duurzaam laten rollen van geld, hadden wetenschappers wel ideeën. Maar die vonden weinig gehoor bij financiers. Het Sustainable Finance Lab (SFL) bracht een ommekeer. Het SFL werd in 2011 opgericht door de Universiteit Utrecht in samenwerking met de Triodos Bank. De oprichters vonden dat er in Nederland een platform moest komen waar wetenschappers in gesprek konden gaan met de financiële sector en beleidsmakers. Zo ontstond een brug tussen universiteiten en de praktijk.
Rens van Tilburg was een van de eerste leden en medewerkers van het SFL. De laatste zes jaar was hij er directeur. Hij vertelt dat het lab zich met name richt op het thema duurzaamheid. ”In eerste instantie door onderzoek te doen naar klimaatrisico’s en hoe ontwrichtend die kunnen zijn voor financiële instellingen. Daarna zijn we verder gegaan met onderwerpen als biodiversiteit en de sociale doelen van de financiële sector. We richten ons naast (centrale) banken ook op pensioenfondsen.”
Investeren in nieuwe oliebronnen?
Van Tilburg ziet dat er nog steeds verkeerde financiële keuzes worden gemaakt. “Binnen de financiële sector ziet iedereen wel dat duurzaamheid op de lange termijn cruciaal is. Tegelijkertijd zijn er nog veel mogelijkheden om op de korte termijn flink wat extra te verdienen door je heel onduurzaam te gedragen. Er gaat bijvoorbeeld veel geld naar investeringen in nieuwe oliebronnen, terwijl er in de toekomst juist minder fossiele energie nodig is. Je ziet echter dat oliemaatschappijen op ramkoers blijven liggen met het klimaatbeleid. Daarmee nemen ze een heel groot financieel risico. Als de oliemaatschappijen blijven investeren in fossiel komt de markt er vroeg of laat achter dat er een te groot aanbod is gecreëerd. Op dat moment zal de prijs van olie hard naar beneden gaan en dan zijn beleggers een hoop geld kwijt.”
Van Tilburg wijst erop dat wetgevers, toezichthouders en centrale banken nodig zijn om de markt de goede kant op te sturen. “Vanuit het SFL zien we dat vooral de centrale bank ertoe doet. De Nederlandse Bank (DNB), de toezichthouder voor het financiële stelsel, moet toezien op alle risico’s die financiële instellingen lopen. Daar horen ook duurzaamheidsrisico’s bij. De DNB bepaalt voor iedereen de regels. Dan hoeft niemand bang te zijn dat een concurrent ineens de bocht afsnijdt.”
Verduurzamen van de huizenvoorraad
Hoewel de DNB een belangrijke speler is, ziet Van Tilburg ook een belangrijke rol weggelegd voor de politiek en de overheid. “Neem de verduurzaming van de huizenvoorraad. Die krijgt veel aandacht van de Nederlandse banken. Dat is logisch, want de helft van hun balans bestaat uit hypotheken. Ze bieden leningen aan om huizen goedkoop te verduurzamen. Tegelijkertijd zie je dat mensen er maar beperkt gebruik van maken. Gevolg is dat de banken vinden dat de Nederlandse politiek nu aan zet is. Bijvoorbeeld door het invoeren van een verplichte ‘energielabelsprong’ bij de verkoop van een huis. Dit betekent dat een huis met een laag energielabel verplicht moet worden verduurzaamd bij verkoop. Dat kan met een goedkope lening; dat is het probleem niet. Maar mensen hebben die prikkel blijkbaar nodig.”
De overheid kan en moet in de ogen van Van Tilburg meer doen. Hij wijst erop dat investeringen in duurzame energie door de hoge rente maar moeilijk van de grond komen. “Duurzame energie heeft hele hoge investeringskosten. Of het nu een zonnepaneel is of een windmolen, het kost veel om zo’n apparaat neer te zetten. Na realisatie waait de wind voor niets en schijnt de zon gratis, maar je moet wel eerst investeren.” Van Tilburg ziet hier een rol voor de Europese Centrale Bank. “Je kunt de rente voor de economie als geheel hoog houden, maar de rente voor groene investeringen, zoals het verduurzamen van woningen of duurzame energieproductie, laag.”
Waar is mijn geld?
Overheden, banken, pensioenfondsen en toezichthouders hebben bij verduurzaming allemaal een rol en dat geldt ook voor de burger. We kunnen met ons geld, of het nu geld op een spaarrekening is of ons pensioenpotje, allemaal een steentje bijdragen aan een duurzamere wereld. Van Tilburg: “Financiële instellingen zijn eigenlijk arme organisaties. Dat klinkt een beetje gek, maar het geld waarmee zij bezig zijn is gewoon het geld van jou en mij. De burger zou zich moeten afvragen: ‘Waar is mijn geld eigenlijk? Hoe wordt dat vanuit het oogpunt van duurzaamheid ingezet?’. Als het antwoord je niet bevalt, moet je wat van je laten horen. En als je bank daarna niet in beweging komt, kun je altijd nog vertrekken.”
Door Jaco Berveling
Delen
Rens van Tilburg
Rens van Tilburg studeerde van 1992 tot 1997 Algemene Economie aan de Universiteit Maastricht. Daarna werkte hij voor het Europees Parlement, de Tweede Kamer en bij de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid. Van Tilburg werkte van 2011 tot medio 2024 bij het Sustainable Finance Lab. Nu is hij zelfstandig publicist en onderzoeker.
“Er zijn nog veel mogelijkheden om je heel onduurzaam te gedragen”
Sustainable Finance Lab
Een brug slaan tussen theorie en praktijk
“De wind waait voor niets en de zon schijnt gratis, maar je moet wel eerst investeren”