Weer leven met vuur en brand in Nederland

Natuurbranden komen steeds vaker en in extremere mate voor. Maar vuur is geen nieuw fenomeen. Het is onderdeel van vele ecosystemen en culturele gebruiken. Wat kunnen we leren van vuur als cultureel erfgoed? En hoe kan dit inspiratie bieden voor een toekomst waarin we met meer natuurbranden te maken krijgen? Hanna Prinssen deed ontwerpend onderzoek naar hoe we ons landschap hierop kunnen voorbereiden. Ze gaat in gesprek met Margreet van Marle.

In een ver verleden leerden mensen als enige soort met vuur om te gaan. Die eerste omgang met vuur veranderde de mens van een ‘ecologisch secundaire’ in een ‘ecologisch primaire’ soort, omdat we onszelf konden verwarmen, beschermen en voedsel konden bereiden. Deze vaardigheden zijn niet biologisch aangeboren, maar cultureel verworven en doorgegeven door duizenden generaties.

Het vroegere duinlandschap web

Vuurbeheersing evolueerde van het kampvuur naar een instrument voor landschapsbeheer. In de Verenigde Staten zetten de oorspronkelijke volkeren het bos opzettelijk in brand om een open en divers bos te creëren voor het verzamelen van voedsel. De tweede grote ecologische verandering door vuur was de agrarische revolutie. Vuur werd gebruikt in de ‘zwerflandbouw’. Daarbij werd grond ontgonnen door het af te branden en het na enkele jaren te verlaten voor nieuw land. Uiteindelijk leidde dit tot grootschalige ontbossing in Europa en de overgang naar permanente landbouwpercelen. Zwerflandbouw is nog steeds in gebruik in delen van de Amazone en Indonesië, maar wordt bedreigd door permanente landbouwvormen.

Vuurcultuur

In Nederland kennen we ook cultuurlandschappen, waar gebruik wordt gemaakt van vuur. Denk aan heidelandschappen, waar brandbeheer de heide verjongt en vergrassing tegengaat. En de boekweitbrandcultuur, waarbij hoogveengronden bemest werden met gloeiende turf. Ondanks dit wijdverbreide traditionele gebruik van vuur, is de vuurcultuur in Nederland en Europa in de tweede helft van de twintigste eeuw verloren gegaan. De perceptie van vuur is veranderd van een instrument in een bedreiging. We zien vuur niet meer als onderdeel van ons dagelijks leven, maar als brenger van rampspoed en verwoesting waarvan we de beelden zien op de televisie. Maar door de klimaatverandering zal vuur weer een prominenter onderdeel worden van ons landschap. En daarop moeten we ons voorbereiden.

Natuurbrandgevoeligheid
Natuurbrandgevoeligheidskaart 2050 - Deltares

Natuurbrandsignaal ‘23

Margreet van Marle, expert natuurbranden en klimaatbestendigheid bij Deltares, vertelt: “Het Natuurbrandsignaal ’23 is ontstaan op initiatief van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) en is een samenwerking tussen operationele instituten (zoals de brandweer), academische instellingen en kennisinstellingen. De belangrijkste aanbeveling voor mij is dat natuurbranden ook een plek zouden moeten krijgen in de ‘meerlaagse veiligheid’.” Dit is een benadering die bestaat uit drie lagen. De eerste laag is preventie, het voorkomen van een brand. De tweede laag is duurzame ruimtelijke planning: door de inrichting van een gebied is schade en overlast te beperken of te voorkomen. De derde laag is goed calamiteitenmanagement, zodat je bij een natuurbrand de juiste maatregelen neemt om schade en slachtoffers te minimaliseren.

Het brandbare duinlandschap

Impact van natuurbranden in Nederland

De oppervlaktes van branden zijn relatief klein in Nederland, dus je zou je kunnen afvragen waarom we ons er zo druk over maken. Maar de impact van een natuurbrand kan heel groot worden, omdat Nederland een dichtbevolkt land is. “Infrastructuur is bijvoorbeeld heel belangrijk voor ons functioneren”, stelt Van Marle, die voor Rijkswaterstaat werkt aan de veerkracht van infrastructuur bij klimaatverandering en natuurbranden. “Het aspect van branden in de natuur is namelijk niet alles. Het gaat om de koppeling naar de impact op ons en onze netwerken. Daarin is Nederland zeker anders dan andere landen. De gevolgen van natuurbranden zijn veelal nog niet gekwantificeerd, omdat er nog weinig data beschikbaar zijn. Natuurbranden kunnen, afhankelijk van vegetatie, droogte en locatie, overal plaatsvinden. Ook kunnen ze snel groter worden, afhankelijk van wind, luchtvochtigheid en topografie. Hoe ga je om met het feit dat je niet alles weet of kunt inschatten? Daar gaan we de komende jaren met verschillende organisaties aan werken.”

Vuur en landschapsontwerp

Van Marle vertelt dat we er in Nederland aan gewend zijn dat we veilig zijn. “Bij overstromingen kun je op basis van modellen specifieke plekken aanwijzen met hogere risico’s, zodat je hier rekening mee kunt houden. Met vuur zijn we nog niet zo ver.” De kaart ‘Verrijking Klimaateffectatlas Natuurbrandgevoeligheid’ van Deltares laat zien welke gebieden in Nederland meer of minder gevoelig zijn voor natuurbranden. “Branden ontstaan steeds vaker, omdat de perioden van langdurige droogte en hitte door klimaatverandering toenemen. Maar anders dan de generaties voor ons, zijn wij er in het landschapsbeheer niet mee opgegroeid. De vraag is dus: hoe houden we er rekening mee dat vuur in ons landschap vaker voorkomt? Bijvoorbeeld door bij het ontwerpen van woonwijken of industrie na te denken over de inrichting van evacuatiemogelijkheden, infrastructuur, vegetatie, en het overgangsgebied tussen stad en land.” De veiligheidsregio’s werken aan een gebiedsgerichte aanpak, waarbij aaneengesloten natuurgebieden worden gecompartimenteerd. Compartimenten kunnen gecontroleerd afbranden door het inrichten van brandsingels, vegetatiebeheer, maaibeheer en beheerbranden om de branden beheersbaar te houden. Van Marle: “Een belangrijke vraag voor Nederland is echter dat je het land eigenlijk niet nog meer wil fragmenteren. Want wat blijft er dan nog over van het landschap?”

Toekomst met natuurbranden

Het geeft hoop dat mensen vuur hebben leren beheersen. Het is als middel verdwenen uit onze landschappen en teruggekomen als bedreiging door klimaatverandering. Duingebieden, bossen, heidevelden, veengebieden, niets is veilig voor natuurbranden. Zijn we de komende jaren in staat ons weer te verbinden met vuur? Natuurbranden zullen onderdeel worden van ons toekomstige landschap. We kunnen ons voorbereiden door brand te zien als onderdeel van ons cultuurgoed. Cultuurhistorie biedt inspiratie: hoe ging men in het verleden om met vuur? Hoe koppel je dit aan het huidige, toenemende risico op natuurbranden? We kunnen vuur meer toelaten als element in het landschap en onze netwerken daarop inrichten.

Het toekomstige duinlandschap

Wind, water, aarde en vuur

Uit de Klimaateffectatlas blijkt dat het duinlandschap hooggevoelig is voor vuur. Waarom is de kans op brand daar zo groot en hoe kan de dynamiek in de duinen bijdragen aan een brandbestendig landschap? Door de eeuwen heen is het duinlandschap veranderd. Het ontwikkelde zich van een dynamisch landschap van stuifduinen naar een landschap dat vastligt. Dit komt door de grootschalige aanplant van dennenbossen, vastlegging van de zeereep en versnelde dichtgroei van vegetatie door grote hoeveelheden stikstof in de lucht. Samen leidt dit tot een concentratie van brandbare vegetatie, zoals duingrasland, duindoornbes en dennenbos.

Hanna Prinssen onderzocht hoe het natuurlijk duinsysteem kan bijdragen aan een natuurbrandbestendig landschap. Haar ontwerpend onderzoek verkent drie scenario’s, waarin de elementen wind, water, vuur en zand de duinen weer vormen. Deze elementen worden ingezet om brandbare vegetatie te verminderen en het duinlandschap weer te laten meebewegen. Het project pleit ervoor om natuurbrandpreventie integraal mee te ontwerpen in de brandgevoelige gebieden van Nederland. Daarin zal de uitkomst voor ieder type landschap weer anders zijn.

Tekst en collages door Hanna Prinssen


Margreet van Marle

Margreet van Marle

Margreet van Marle is expert natuurbranden en klimaatbestendigheid bij Deltares. Van Marle werkt aan de veerkracht van infrastructuur door klimaatverandering en natuurbranden voor onder andere Rijkswaterstaat. Ze is als expert betrokken bij projecten op het gebied van klimaatverandering, ramprisico’s en klimaatadaptie.

Hanna Prinssen

Hanna Prinssen

Landschapsarchitect Hanna Prinssen is geïnspireerd door de band die we hebben met de natuur. Ze werkt aan het ontwerpen van vuurlandschappen. Met het project ‘Wind, water, aarde en vuur’ onderzoekt ze hoe natuurbrandpreventie integraal kan worden mee-ontworpen in de dynamiek van het duinlandschap.

“De vuurcultuur in Nederland en Europa is in de tweede helft van de twintigste eeuw verloren gegaan”

Natuurbrand in de Klimaateffectatlas

De Klimaateffectatlas geeft een beeld van de effecten die klimaatverandering nu en in de toekomst kan hebben op Nederland.

“We moeten er rekening mee houden dat vuur in ons landschap vaker gaat voorkomen”

Natuurbrandsignaal ’23

Een consortium van experts heeft zich in het Natuurbrandsignaal ’23 gebogen over de vraag hoe natuurbranden Nederland gaan veranderen als gevolg van klimaatverandering.

“We kunnen ons voorbereiden door brand te zien als onderdeel van ons cultuurgoed”

Wind, water, aarde en vuur

Het toekomstige duinlandschap