Samenleven met water is deel van ons erfgoed

Ons erfgoed is niet in beton gegoten. De klimaatverandering, én ons antwoord daarop, dwingt ons tot indringende keuzes ten aanzien van ons aloude landschap en hoe we daarin wonen. Soms moeten we pijn lijden, en soms is er juist winst te pakken, zegt architectuurhistoricus Paul Meurs.

In de grote vijver voor Huis Vennebroek dobberen grauwe ganzen en wilde eenden, in de gracht roeren zich de kikkers. Paul Meurs, architect en architectuurhistoricus, zit in de voorkamer van het negentiende-eeuwse herenhuis, dat alleen bereikbaar is via een met eiken omzoomde laan. Hij woont en werkt er met zijn vrouw en collega Marinke Steenhuis.

Nat weiland rood groen 60x180 cm
Nat weiland rood groen 60x180 cm (2020) Sigrid van Essel

We bevinden ons vlak onder de stad Groningen, op een voormalig landgoed. De grond waarop het rijksmonument staat, is in erfpacht van Natuurmonumenten. “Erfgoed gaat altijd over herbestemmen”, zegt Meurs samenvattend, na een gesprek van een klein uur. “Denk aan het herbestemmen van lege kerken, of van oude binnensteden die niet meer voldoen. De hele geschiedenis van het erfgoed gaat over veranderingen van gebruik. En eigenlijk is onze reactie op de klimaatverandering opnieuw een herbestemming van ons erfgoed: we willen het Nederlandse landschap klimaatproof maken, maar dat wel doen vanuit de identiteit, eigenheid en kwaliteit die in het landschap zitten.”

Ondergelopen akker 75x200 cm
Ondergelopen akker 75x200 cm (2024) Sigrid van Essel

Klimaatverandering

Het gesprek met Paul Meurs, die samen met zijn vrouw naamgever is van adviesbureau SteenhuisMeurs, gaat over erfgoed in het licht van de klimaatverandering. Voor Nederland betekent de opwarming van de aarde voor een belangrijk deel dat neerslagpatronen veranderen: zowel langdurigere seizoensdroogte als fellere regenbuien zijn ingrediënten van onze nabije toekomst. Op de langere termijn zou ook de zeespiegelstijging verder kunnen versnellen. Die klimaattoekomst werpt indringende vragen op, met name omdat de postzegel Nederland zo dichtbevolkt is.

Boerenland 30x75 cm
Boerenland 30x75 cm (2024) Sigrid van Essel

Radicale keuze

Maar juist een architectuurhistoricus als Paul Meurs weet dat ons landschap en onze bewoonde omgeving getekend zijn door een eeuwenlang antwoord op hoe het klimaat ons uitdaagt. Zo schreven hij en Steenhuis een landschapsbiografie van het Groene Hart: een koffietafelboek waarin zij de grammatica van het gebied ontleden.

“We hebben vanuit het erfgoed meegedacht over de toekomstvisie voor het Groene Hart”, vertelt Meurs, terwijl de voorzomerzon door de hoge vensters valt. “In dat gebied speelt een breed scala aan klimaatgerelateerde opgaven, die om een radicale keuze vragen. Je hebt er veengebied dat met de lage waterstand en de oxidatie van het veen een enorme CO2-uitstoot oplevert, en bovendien versneld afbreekt, waardoor het gebied daalt. Hierdoor krijgt de intensieve melkveehouderij het steeds moeilijker. De situatie vraagt om opzet van het grondwaterpeil. Maar verhoog je het peil, dan krijg je een enorme waterbehoefte. Dit komt ook door de verdamping en verdroging in de zomer, en de verzilting in de droogmakerijen. Dat laatste wordt opgelost door de droogmakerijen als toiletten met zoet water door te spoelen. Maar dat kost heel veel water.”

“De watervraag in het Groene Hart wordt dus groter”, vervolgt Meurs. “Maar het aanbod ervan onregelmatiger. Dan is goed om ons te realiseren dat het Groene Hart zoals we het nu kennen slechts de historische fase is van de afgelopen eeuw, met z’n intensieve melkveehouderij. Daarónder hebben heel veel andere Groene Harten gelegen. Het gebied is ooit voor de veenwinning gebruikt, het is een moeras geweest, het was ooit veel groener en dichter begroeid. Het heeft vroeger dus heel anders in elkaar gezeten. Als we, vanuit overwegingen van biodiversiteit en CO2-opslag, nadenken over toekomstperspectieven voor het Groene Hart, is het interessant om die film terug te draaien en te zien hoe het gebied vroeger is gebruikt. Als gevolg van de onmogelijkheid om alles naar de eigen hand te zetten, waren boeren en waterschappen vroeger heel gedifferentieerd en precies bezig met het landgebruik van het Groene Hart, met verschillende bodems en grondwaterpeilen. Voor de klimaatopgave van nu hebben we de precisie van toen misschien weer nodig.”

De Noordwaard
De nieuwe woningen in de Noordwaard zijn gebouwd op terpen, zodat de huizen altijd droog staan als de Noordwaard volloopt bij hoog water

Hoog water

De hoofdpijndossiers van vandaag bieden in het ideale geval zelfs de kans om de rijke historie van Nederland weer terug te halen, zegt Meurs. Zo werkte hij aan een boek over het overheidsprogramma Ruimte voor de Rivier, dat een antwoord was op de hoogwaterproblemen in de jaren negentig in Gelderland en Zuid-Limburg. Vergelijkbaar is het huidige Hoogwaterbeschermingsprogramma, waarvoor talloze dijken verbouwd worden vanwege nieuwe veiligheidsnormen.

“Bij Spakenburg aan het IJsselmeer kan gevaar ontstaan als het water bij een bepaalde wind wordt opgestuwd”, beschrijft Meurs. “In de kade is een kering gemaakt die door het stijgende water omhoog wordt geduwd. In het wegdek krijg je dan een 75 centimeter hoge kering. Door die ingreep is de relatie tussen het IJsselmeer en het dorp intact gebleven. Een bijzondere oplossing, die het doel van waterveiligheid combineert met het behoud van het culturele erfgoed.”

Meurs stelt dat dit erfgoed de identiteit van Nederland vormt. “Het laat zien dat we hier samen leven met het water. Het Ruimte voor de Rivierprogramma heeft die kwaliteit eigenlijk zelfs versterkt. Als de polder de Noordwaard bij de Biesbosch nu volloopt met water is dat één groot spektakel: je ziet het water stukken land overnemen. Dat is waanzinnig spannend. Een ander voorbeeld: elk jaar is er een kans van 1 op 80 dat de IJssel zo hoog staat dat een parallelle IJssel onder water loopt: bij Veessen-Wapenveld is een hoogwatergeul gemaakt om nooit gebruikt te worden, behalve bij een extreme calamiteit. Dan loopt er ineens een nieuwe rivier dwars door het landschap. En bij Nijmegen is de Spiegelwaal aangelegd, met een nieuw stadseiland. Het samenleven met het water is daardoor intensiever geworden.”

De Noordwaard
Landschapskunstwerk van kunstenaar Paul de Kort. Afhankelijk van het getij staan de spiralen van het labyrint meer of minder onder water

Verlies lijden

Ook verlies lijden hoort volgens Meurs bij de toekomst die voor ons ligt. Als voorbeeld noemt hij de funderingsproblematiek van vooral oude woningen in Dordrecht en Gouda: ondergrondse houten palen beginnen te rotten vanwege de lage grondwaterstand. “Dat is goed te herstellen, maar is ook verschrikkelijk duur. De grondhouding is: je kunt het repareren, dus doen we dat. Maar op een gegeven moment kun je je afvragen: moeten we dat overal doen? Of moeten we gebouwen soms ook opgeven?”

Meurs denkt ook aan de verduurzaming van woningen. Zo’n rijksmonument als waarin hij zelf woont: in zijn ogen moet je aan zo’n woning met plafonds van 3,5 meter hoog geen nieuwbouweisen stellen. “Je kunt ook zeggen: hier wonen is een lifestyle. Dus wij dragen in de winter een extra trui en stoken niet alle ruimtes warm.” In het verleden ging het net zo. Neem de zomer: Meurs heeft voor de vensters de ouderwetse Venetiaanse houten luiken teruggeplaatst, die met hun horizontale spleten het felle zonlicht filteren, maar wel lucht doorlaten. Voor het raam staat bovendien een acacia, die in de hoogzomer een deel van de zonnewarmte tegenhoudt. Ook zo’n gevelboom is een aloud gebruik.

Wel even slikken

Volgens Meurs zit de pijn vooral in de verduurzaming van een deel van de sociale huurwoningen. “Deels is dit heel belangrijk erfgoed. De Amsterdamse School, uit met name de jaren twintig, is een beroemde architectuurstroming. Deze architecten hielden zich nadrukkelijk bezig met sociale woningbouw. Het bijzondere in die tijd was dat de beste architecten bouwden voor de onderkant van de markt. Denk aan de complexen van Michel de Klerk in Amsterdam-Zuid, of de Spaarndammerbuurt. Die woningen zijn lastig te verduurzamen, omdat er weinig ruimte in zit en ze veel gevel en dak hebben. De eerste reflex van een woningcorporatie is dan toch om ze te slopen of te verkopen. Dat is heel jammer.”

Hij vervolgt: “Tegelijkertijd denk ik dat wij als erfgoedzorg onze standaard moeten bijstellen, om te zorgen dat de sociale woningbouw betaalbaar blijft. Veel oude details zijn extreem duur, zoals glas-in-loodraampjes. Ik heb in Leiden een project voor sociale woningbouw begeleid in een beschermd stadsgezicht. De kozijnen waren ooit vervangen door aluminium exemplaren. Nu is het kunststof. Maar ook dat is eigenlijk vloeken in de kerk, omdat het hout zou moeten zijn. Terugdenkend aan hoe ik ooit in de erfgoedzorg ben opgeleid, is zo’n keuze toch wel even slikken.”

Geen museum

Meurs besluit met te zeggen dat het Nederlandse landschap nooit een museum is geweest. “Ons erfgoed verrijkt het dagelijks leven. We wónen in dat erfgoed. We gaan er naar de kroeg, in onze historische binnensteden. We fietsen erin, in onze landschappen. Dit erfgoed heeft veel met de kwaliteit van leven in Nederland te maken. De prijs is wel dat we het soms een beetje moeten verbouwen. Maar zo houden we er wel het leven in.”

Door Jurgen Tiekstra


Paul Meurs

Paul Meurs

Paul Meurs is architect en architectuurhistoricus. Samen met Marinke Steenhuis en Vita Teunissen runt hij het adviesbureau SteenhuisMeurs. Als erfgoedspecialist maakt hij deel uit van het kwaliteitsteam van de Hollandse Waterlinies, een werelderfgoed dat door de dijkversterking wordt geraakt. Tot 2016 was hij hoogleraar aan de TU Delft.

“Ons landschap en onze bewoonde omgeving zijn getekend door een eeuwenlang antwoord op hoe het klimaat ons uitdaagt”

“Het Groene Hart zoals we het nu kennen, is slechts de historische fase van de afgelopen eeuw”

Sigrid van Essel

Bollenveld bij Lisse 35 x 140 cm

Kunstenaar Sigrid van Essel schildert over de uitgestrekte leegte van het Nederlandse landschap en de permanente dreiging van het water.

“Als de polder de Noordwaard bij de Biesbosch nu volloopt met water is dat één groot spektakel”