Publieke waarde: democratie in actie
Steven Blok is promovendus bij de Erasmus Universiteit Rotterdam en adviseur bij Berenschot. Hij analyseert burgerinitiatieven met drie brillen op. De eerste bril is die van de collectieve actieproblemen: mensen komen niet tot actie tenzij ze geforceerd worden. Met de tweede bril gebruikt hij literatuur over de civil society: waaruit bestaat een goede burgermaatschappij? En met de derde bril op beantwoordt hij de vraag: welke publieke waarde leveren burgerinitiatieven op en hoe werkt dit?
Wat versta jij onder publieke waarde?
“Publieke waarde bestaat uit alle dingen in de publieke ruimte die we belangrijk vinden. Dat varieert van rechtvaardigheid tot doelmatigheid of zelfontplooiing. Wetenschappers die dit onderzocht hebben, onderscheiden wel 72 publieke waarden. Voor mijn onderzoek heb ik op basis van wetenschappelijke artikelen, overheidsonderzoek, beleidsstukken en coalitieakkoorden 36 stellingen gemaakt. Elke stelling gaat over de vraag waarom burgerinitiatieven waardevol kunnen zijn. Deze stellingen heb ik uitgezet bij diverse stakeholders: ambtenaren, burgers, raadsleden en maatschappelijke organisaties. Sommigen vinden vooral de bijdrage aan het gemeenschapsgevoel waardevol, terwijl anderen de hands-onmentaliteit waarderen.”
De driehoek van Moore
De driehoek van Moore verwijst naar een kernconcept uit ‘Creating Public Value’ van Harvard-professor Mark Moore. Zijn theorie in een notendop? Bij het kiezen van strategische richting moet de overheidsmanager er steeds voor zorgen dat de drie pijlers ‘Publieke toegevoegde waarde’, ‘Legitimiteit & ondersteuning’ en ‘Operationele capaciteit’ met elkaar in evenwicht zijn.
Welke rol speelt de driehoek van Moore hierin?
“De driehoek van Moore is behulpzaam, omdat deze bij het maken van keuzes in de publieke ruimte laat zien dat het gaat om een balanceeract tussen publieke waarde, legitimiteit en capaciteit. Dat helpt om het gesprek aan te gaan over wie wat doet om publieke waarde te realiseren. De drie bollen laten ook zien dat er een zeker evenwicht moet bestaan. Je kunt niet eindeloos publieke waarde bestellen zonder na te denken over capaciteit en legitimatie.”
Waar komt dit concept vandaan?
“Dit bestuurskundige concept is een reactie op wat eerder misging bij de realisatie van publieke waarde. De klassieke bureaucratie werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw als log en inefficiënt bestempeld. Een antwoord daarop was New Public Management (NPM), waarin de overheid als een soort bedrijf werd gerund met nadruk op efficiëntie en klanttevredenheid. Het privatiseren van overheidsdiensten past daar ook in. Sinds een kleine tien jaar is hier een kentering in zichtbaar. De behoefte aan een overheid die de maatschappelijke opgaven vooropzet en oog heeft voor de burger groeit. Public Value Management (PVM) is erop gericht om in een samenspel tussen overheid, markt en burgers iets waardevols te realiseren. Voor elk vraagstuk vorm je ‘een publiek’ (zoals dat heet) en vervolgens bepaal je gezamenlijk wat waardevol is. Niemand heeft het monopolie op het bepalen van de publieke waarde.”
Hoe verhouden burgerinitiatieven zich tot publieke waarde?
“Het unieke bij een burgerinitiatief is dat ‘het publiek’ zich al gevormd heeft. Het ingewikkelde hierbij is dat je als overheid voorzichtig moet zijn in het disciplineren en efficiënter maken van burgerinitiatieven. Dit zie je veel in beleidsregels terugkomen. Burgerinitiatieven moeten professionaliseren, businesscases maken en continu zijn. Op zich logisch, maar een risico is dat je dan de energie weghaalt. Iets eenmaligs kan ook waardevol zijn. Burgerinitiatieven kunnen aanvullend zijn en soms ook de publieke goederen produceren, maar dat lukt niet altijd op de gewenste manier. Ze kunnen ook leiden tot ongelijkheid. Denk aan ouders die zelf onderling hun kinderopvang regelen. Bepaalde groepen kunnen dit, maar andere groepen niet. Als overheid moet je je hier bewust van zijn.”
Hoe gebruik je deze inzichten bij jouw advieswerk voor Berenschot?
“In het begin vond ik het lastig om de onderzoekswereld te verknopen met de adviesvragen die ik als adviseur bij Berenschot kreeg. De spanning die ik in mijn onderzoek signaleer over het disciplineren en sturen van burgerinitiatieven door overheden zie ik in de praktijk regelmatig terug. Het mooie is dat ik mijn klanten hierop kan attenderen en hen kan wijzen op de risico’s. Anderzijds verlevendigt het de bevindingen in mijn onderzoek.”
Wat zijn de risico’s van deze manier van publieke waarde bepalen?
“Het samen bepalen van publieke waarde kent ook een risico. Het vrijwaart de politiek om zelf standpunten in te nemen; het neemt politieke visievorming weg. Je moet het immers samen bepalen. Bovendien geeft het samen bepalen zo veel ruimte aan interpretaties van publieke waarde dat de kans op misverstanden groot is. Een bestuurskundig concept dat volgt op Public Value Management zou zomaar gericht kunnen zijn op duidelijkheid en slagkracht. Maar dat is koffiedik kijken.”
Hoe raakt dit het werk van Rijkswaterstaat?
“Ik ken het werk van Rijkswaterstaat niet zo goed, maar ik kan me er wel een voorstelling van maken. Het onderhouden en versterken van een dijk is een voorbeeld van een publiek goed dat je lastig aan de samenleving kunt overlaten. Het produceren daarvan is kostbaar en complex. Maar de vruchten ervan plukken we allemaal: droge voeten. Een vraagstuk als hitte of droogte kun je wel gelaagder maken, waardoor burgerinitiatieven een rol kunnen spelen bij de oplossing. Geef ruimte aan burgers om water langer op te slaan of slimmer met water om te gaan. Als Rijkswaterstaat kun je daarbij helpen om alles met elkaar te verbinden.
Als je plannen maakt in een gebied, kun je het gesprek met burgers voeren over hoe je de meeste waarde toevoegt. Dan zou je er best op uit kunnen komen dat burgers (en andere overheden) bereid zijn om meer te betalen voor een betere oplossing. Alleen al door het samen te doen, ontstaat het besef hoe complex iets is. Burgers accepteren dan makkelijker oplossingen die niet per se de hunne zijn en waarderen dat anderen deze taak op zich nemen. Het is een democratische ervaring pur sang. Wat je niet moet doen, is een opdracht met weinig beleidsruimte verpakken als cocreatie. Dat is een recept voor teleurstelling. En daarmee organiseer je je eigen wantrouwen. Samen met burgers de publieke waarde bepalen is niet voor alles een oplossing!”
Door Michiel Overkamp
Delen
Steven Blok
Steven Blok werkt aan zijn proefschrift ‘De creatie van publieke waarde(n) door burgerinitiatieven’ bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sinds 2017 is hij ook adviseur democratische innovatie bij Berenschot.
Leestip
De jacht op publieke waarde Bron: Berenschot (2021)