Digitaal de burger centraal

Het (demissionaire) kabinet wil met de ‘Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren’ steviger grip krijgen op digitalisering. De agenda stelt dat publieke waarden het uitgangspunt moeten zijn bij het ontwerpen van digitale oplossingen bij de overheid. Jurgen Goossens, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Utrecht, pleit voor een bredere blik en een integrale aanpak: “Stel niet alleen publieke waarden en wettelijke vereisten centraal, maar ook de burger.”

Het lijkt alsof de relatie tussen digitalisering en publieke waarden nog niet zo lang in de belangstelling staat. Maar Goossens vertelt dat er al in 1985 een bundel over dit onderwerp verscheen naar aanleiding van het symposium ‘Trias Automatica - Automatisering in wetgeving, bestuur en rechtspraak’ aan de Universiteit Tilburg. “Automatisering door het gebruik van pc’s en algoritmen nam toen al toe bij de overheid”, vertelt hij. “Daarbij werd al nagedacht over de relatie tussen automatisering, overheidshandelen en de rechtstaat. Als de overheid met algoritmen geautomatiseerde beschikkingen gaat afgeven, hoe kan dan bijvoorbeeld het recht op een deugdelijke motivering geborgd worden? En is maatwerk nog mogelijk?”

Nu, bijna veertig jaar later, zijn deze rechtstatelijke bedenkingen actueler dan ooit. Digitalisering heeft een enorme vlucht genomen doordat computers meer rekenkracht bezitten. De samenleving gebruikt steeds meer digitale technologie, ook binnen de overheid. In digitale netwerken van publieke en private actoren raakt alles steeds meer met elkaar verstrengeld. In dit complexe speelveld heeft het staats- en bestuursrecht de functie om publieke waarden te borgen door spelregels voor digitale transformaties te formuleren. Denk aan het borgen van transparantie van overheidshandelen.

Digitaal de burger centraal

Vertrouwen

Goossens en zijn team onderzoeken voor het project ‘CHAIN’ de wijze waarop digitale technologie wordt ingezet om overheidsbesluitvorming te ondersteunen. Hoe kan deze technologie worden ontworpen met borging van publieke waarden als transparantie en vertrouwen? Hij constateert dat het vertrouwen in nieuwe technologieën en het vertrouwen in de overheid kwetsbaar zijn. “De overheid moet zich ervan bewust zijn dat met de inzet van digitalisering vertrouwen kan worden gekweekt, maar dat dit ook snel beschadigd kan raken.” Denk aan de toeslagenaffaire, waarbij burgers met de inzet van data en algoritmen onterecht als fraudeur werden aangemerkt. Daarnaast hebben burgers bepaalde verwachtingen als zij in aanraking komen met digitale diensten van de overheid, zoals de gebruiksvriendelijkheid ervan.

De wet en publieke waarden

Kan de ‘Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren’ van het (demissionaire) kabinet voor een impuls in het vertrouwen zorgen? Goossens geeft aan dat er al lange tijd, ver voor de toeslagenaffaire, wordt gesproken van publieke waarden als uitgangspunt. “Maar voor digitale oplossingen die de rechtspositie van de burger raken, is louter redeneren vanuit publieke waarden niet genoeg. Met concrete wettelijke vereisten kunnen die waarden in de bestuurlijke praktijk worden geborgd.”

Wat betekent dit? Goossens begint bij de wettelijke vereisten. “De inzet van digitale technologie moet voldoen aan alle wet- en regelgeving. Een focus op bepaalde delen van een digitale oplossing kan problemen opleveren.” Als voorbeeld noemt hij de ‘Energieknip’ van de gemeente Emmen, een systeem dat subsidies verleent aan burgers. Bij het ontwerp ging de aandacht eerst naar het niet opslaan van persoonsgegevens in het blockchainsysteem, om zo de toepasselijkheid van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) te vermijden. “Vanuit AVG-oogpunt is dit handig. Maar de aanvraag voor een subsidie dient volgens de Algemene wet bestuursrecht de naam en het adres van de aanvrager te bevatten. Het technologische ontwerp gaf de aanvrager niet die mogelijkheid.”

Vervolgens publieke waarden. Het representeren en borgen van publieke waarden brengt uitdagingen met zich mee. Publieke waarden worden geregeld ingestoken vanuit het overheidsperspectief. Goossens noemt als voorbeeld ‘De Rode Knop’ van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Dit is een systeem waarmee burgers hun schulden tijdelijk kunnen pauzeren. Hierbij worden de waarden ‘regie op eigen gegevens’ en ‘schuldenrust’ nagestreefd. Maar deze waarden blijken met elkaar te botsen. “Als je grote schulden hebt, is het laatste waar je van wakker ligt de regie over je gegevens. Je hebt behoefte aan hulp en schuldenrust.”

Burgerperspectief

Goossens pleit daarom voor een derde perspectief: de burger als eindgebruiker. “Het helpt om kansen en risico’s vroegtijdig af te wegen, te testen hoe de burger interactie met digitale systemen ervaart en op basis daarvan bewuste keuzes te maken in het ontwerp.” Ook het ‘doenvermogen’ en de digitale geletterdheid van burgers moeten hierin meegenomen worden. “De overheid gaat er vaak vanuit dat burgers zelfredzaam zijn in deze digitale samenleving. Maar de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) sprak eerder al van ‘weten is nog geen doen’. Het vroegtijdig betrekken van burgers bij de ontwikkeling van digitale oplossingen is daarom cruciaal.”

Goossens ziet bij dit derde perspectief niet alleen voordelen voor burgers, maar ook voor ambtenaren. “Het geeft meer voldoening als je weet dat een digitale oplossing echt ten dienste staat van de burger, waardoor deze niet lost in automation raakt. Je krijgt het gevoel dat je werk ertoe doet en niemand in de knel komt.” De motivatie die ambtenaren halen uit het bijdragen aan het publieke belang - ook wel public service motivation genoemd - kan hiermee een boost krijgen.

Integrale by design-benadering

Digitalisering kan de overheid helpen om efficiënter te werken en bovendien maatwerk te leveren aan de burger. De overheid heeft immers als taak om oplossingen te bieden die ten dienste staan van de burger. Daarom moeten digitale oplossingen volgens Goossens integraal by design ontworpen worden met aandacht voor de wettelijke vereisten, publieke waarden en het burgerperspectief. “Dat publieke waarden in digitale systemen louter vanuit het overheidsperspectief worden ontworpen en ingezet, waarbij de burger in de knel komt, kan na de toeslagenaffaire echt niet meer.” Stelselmatig betrekken van het burgerperspectief kan bijdragen aan het vertrouwen in de (digitale) overheid.

Door Bijou van Haren


Jurgen Goossens

Juren Goossens

Jurgen Goossens is hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Utrecht. Zijn leerstoel is gericht op de wisselwerking tussen het constitutionele recht en digitale transformaties en rechtsbescherming tegen overheidsoptreden. Hij leidt het interdisciplinaire onderzoek ‘Blockchain in de netwerksamenleving - Op zoek naar transparantie, vertrouwen en legitimiteit’.

“Publiek, privaat en digitaal raken steeds meer met elkaar verstrengeld”

CHAIN

De mensheid verbinden via algoritmen en informatienetwerken.

“Het geeft meer voldoening als je weet dat de oplossing echt ten dienste staat van de burger”