Water en bodem mee laten praten

In het Regeerakkoord van Rutte IV is opgenomen dat 'water en bodem sturend moeten worden bij ruimtelijke planvorming’. Komt daarmee een einde aan vijftien jaar ruimtelijke ordening waarin (vrijwel) alles overal moest kunnen? Annemieke Nijhof, directeur van Deltares: “We botsen tegen de grenzen van het watersysteem aan.”

In de jaren negentig hield Annemieke Nijhof zich als milieukundig ingenieur bij adviesbureau Tauw bezig met bodemverontreiniging. “We zagen de bodem als een chemisch reactorvat dat we naar onze hand probeerden te zetten om de bodemvervuiling snel af te breken. De beleidsdoelstelling was om het probleem van de bodemvervuiling die in meer dan een eeuw was opgebouwd in één generatie te lossen.” Op een studiereis langs vijf prominente universiteiten en kennisinstellingen in de Verenigde Staten deed ze een nieuw inzicht op. “Een Amerikaanse professor vroeg: ‘Heb je wel aan de bodem gevraagd of de vervuiling in één generatie is op te lossen?’ De traagheid van de processen in de bodem vergt aanpassingen en vooral tijd. Dat stelt grenzen aan onze door ingenieursdenken gewenste maakbaarheid.”

Wateroverlast
Wateroverlast op een camping bij Meerkerk

Balanceren

Als het gaat om de publieke waarde van water en bodem, komt dan de bruikbaarheid op de eerste plaats? Of juist de kwaliteit en natuurlijke processen? Nijhof leerde van Aristoteles dat de deugd in het midden ligt. Ze is gedreven maar houdt van nuance, van balanceren. “Ik probeer altijd een brug te slaan tussen ogenschijnlijk onverenigbare gezichtspunten.” Ze is directeur van de gezaghebbende kennisinstelling Deltares, het instituut dat vijftien jaar geleden ontstond uit GeoDelft, Waterloopkundig Laboratorium en delen van Rijkswaterstaat en TNO. “Ik ben er trots op hoe we in Nederland onze delta hebben ingericht. Waterbeheerders hebben hier door de eeuwen heen een grote rol in gespeeld. We hebben de ligging en de rivieren zo goed mogelijk benut. Met goede ruimtelijke concepten hebben we economische welvaart én een enorme variëteit aan landschappen bewerkstelligd. Onze Deltawerken zijn wereldberoemd en zijn al decennia een belangrijk verdienmodel.”

Aan het systeem zelf vragen hoe het erover denkt, is haar bijgebleven. Bijvoorbeeld toen 25 jaar geleden het concept ‘Ruimte voor de Rivier’ werd ontworpen. Na de bijna-watersnoodrampen van 1993 en 1995 ontstond het inzicht dat we de dijken niet torenhoog konden bouwen, maar dat we het in de breedte moesten zoeken. “Uiterwaarden reserveren voor waterberging en ze in de winter meer laten overstromen”, legt ze uit. “Dit verklaart mede waarom de ramp met de ‘regenwaterbom’ in Valkenburg in 2021 in Nederland geen dodelijke slachtoffers maakte en minder schade aanrichtte aan de infrastructuur dan in België en Duitsland.”

Hoog water in de Maas
Mensen kijken naar het hoge water in de Maas, zeldzaam in de zomer

We zijn gewoon doorgegaan, terwijl we wisten…

Als medewerker van de Rijksplanologische Dienst stond Nijhof in de late jaren negentig samen met anderen aan de wieg van de zogeheten lagenbenadering, een soort voorbode van het principe dat water en bodem sturend zijn. “De occupatielaag, waar het grote geld wordt verdiend door bedrijven en waar de burgers wonen, steunt op de bodem- en waterlaag.” Het ‘lagenconcept’ sloeg aan op symposia en in denktanks, maar bleef zonder gevolgen in de praktijk, constateert Nijhof. “We zijn gewoon doorgegaan met veenweidegebieden ontwateren, terwijl we wisten dat dit gepaard gaat met enorme CO2-emissies en gestage bodemdaling. We wisten dat landbouw en natuur steeds meer met elkaar in conflict zouden komen. Als watersector, waterschappen, Rijkswaterstaat en adviesbureaus, zijn we te lang doorgegaan met alles en iedereen te faciliteren zonder de stem van bodem en water mee te laten praten.”

Nu de klimaatverandering steeds vaker en onverwachter op extreme wijze haar tanden laat zien, is er volgens Annemieke Nijhof een momentum ontstaan. “Vier van de vijf laatste jaren zijn droogtejaren en in het niet-droogtejaar 2021 werden we verrast door de waterbom op Valkenburg. Ook de waterkwaliteit is niet op orde. En er is een onbalans tussen de waterbeschikbaarheid en de watervraag in de bovenste laag en de diepere grondwaterlagen. Er ontstaat steeds meer schade door zettingen en verzakkingen. De agrarische sector kampt steeds meer met beregeningsverboden, waardoor oogsten minder overvloedig zullen zijn. We botsen tegen de grenzen van het watersysteem aan. Als trotse ingenieurs kunnen we nog wel wat sleutelen aan die grenzen. We kunnen meer water bufferen en beeksystemen herstellen. We kunnen de grenzen wat verleggen, maar de grenzen vormen uiteindelijk een streep. Een streep waarop we moeten gaan staan.”

Water en bodem
Een door langdurige droogte droogvallende poel langs de IJssel bij Baak

Inzichten actief delen

De sturende werking van bodem en water zal daarom steeds manifester worden. “Dat dit besluit in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte IV staat, betekent dat het politiek is geworden. Als toegepast onderzoeksinstituut krijgt Deltares er dan ook mee te maken. Dit betekent niet dat we op de stoel van bestuurders moeten gaan zitten. Maar dat we zaken weten, betekent wel dat we de verantwoordelijkheid hebben om onze kennis te vertalen naar de samenleving. Wetenschappers kunnen in gewetensnood komen. Ik vind dat ze het recht hebben om hun inzichten actief te delen.”

Nijhof vertelt dat ze aan het denken is gezet door de parlementaire enquête over de aardbevingen in Groningen. “Hebben de betrokken kennisinstellingen hierin voldoende een rol gespeeld? Wat ze in elk geval niet hebben gedaan, is extremere scenario’s onderzoeken en doorrekenen. Was er wel voldoende kritische tegenkracht tegen het heersende gevoel van ‘het valt wel mee’?” Op gebied van de weers- en klimaatextremen vindt ze dat kennisinstellingen wél extremen moeten doorrekenen en het publiek moeten voorlichten. “Niet om paniek te zaaien, maar het is best denkbaar dat de regenwaterbom van Valkenburg in de toekomst elders valt en meer schade aanricht.” De klimaatinzichten worden de laatste jaren snel bijgesteld. “Twee jaar geleden rapporteerde het IPCC dat de Noordpool ijsvrij kan zijn in 2050 als we de Parijs-doelstelling van maximaal 1,5 graad opwarming niet halen. Nu denken ze dat dit in de periode 2030-2040 al kan gebeuren.”

Waterberging
Waterberging in het Molenvlietpark bij Den Haag

Lastige keuzes maken

De publieke waarde van water en bodem gaat ook over de verdeling van geld om ons op de meest kosteneffectieve manier te verdedigen tegen de risico’s van klimaatverandering. “Dat betekent altijd investeren in ‘verdedigingswerken’ en in verstandige ruimtelijke ordening. En een goede voorbereiding voor als het toch mis gaat. Niet alleen een goed uitgerust leger en voldoende pompen, maar ook maatregelen hoe we de herstelfase en wederopbouw na een eventuele ramp sneller en goed kunnen uitvoeren.” Wethouders, dijkgraven en gedeputeerden moeten zich volgens Nijhof rekenschap geven van die verdeling van kosten en risico’s als zij lastige keuzes maken. “Als ze 20.000 woningen willen bouwen in een laaggelegen gebied, moeten we daar als wetenschappers niks van vinden. Want de politiek beslist. Wel moeten we aangeven wat de risico’s zijn van bodemdaling, verzilting en overstroming, wat de schade en herstelwerkzaamheden gaan kosten. En met open vizier aangeven welke maatregelen je vooraf kunt nemen, door bijvoorbeeld de allerlaagste delen te reserveren voor waterberging.”

Ziel van het gebied en de gemeenschap

Voor Nijhof is de publieke waarde van water en bodem het meest tastbaar in het prachtige gevarieerde landschap van de Nederlandse Delta. “De beleving van het landschap verbindt mensen die in een streek wonen. De wortels van de Achterhoek en het Westland verschillen. We moeten de ziel van het gebied en de gemeenschap kennen en zo de ruimtelijke kwaliteit verbeteren. Laten we onze investeringen in het bodem- en waterbeheer niet te smal opvatten, maar zien als een kans om de leefomgeving nóg mooier en duurzamer te maken.”

Door René Didde


Annemieke Nijhof

Annemieke Nijhof

Annemieke Nijhof werkte na haar studie chemische technologie als bodemadviseur bij Tauw. Ze droeg bij het toenmalige ministerie van VROM bij aan het ontstaan van het Ruimtelijk Planbureau en was raadsadviseur van minister-president Balkenende. Daarna was Nijhof directeur-generaal Water bij het toenmalige ministerie van Infrastructuur en Milieu. Sinds 2020 is ze algemeen directeur bij Deltares.

“We hebben de verantwoordelijkheid om onze kennis te vertalen naar de samenleving”

Ruimte voor de Rivier

Ruimte voor de Rivier

Nederland is kwetsbaar voor overstromingen. Niet alleen vanuit zee, maar ook vanuit onze rivieren. Die krijgen vaker veel water te verwerken. Daarom geven we de rivieren meer ruimte om het water veilig af te kunnen voeren.

"We moeten aangeven wat de risico’s zijn van bodemdaling, verzilting en overstroming”