Toekomstgeluid: Hoe draagt de infrasector bij aan brede welvaart?

Steeds meer bedrijven willen met hun activiteiten niet alleen winst maken, maar ook bijdragen aan een betere wereld. Daarom zoeken zij naar manieren om hun maatschappelijke impact tastbaar te maken. Dat gaat verder dan het klassieke beleid voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en het opent nieuwe perspectieven. Ook in de infrasector.

Symbool toekomstgeluiden


Welke ontwikkelingen spelen er in de samenleving, wat zijn de trends die ons werk en onze organisaties gaan raken? Korte artikelen die onze aandacht vragen.


De maatschappelijke jaarrekening is in opkomst. Het is een manier om niet alleen te rapporteren over financiële winst, maar om ook de maatschappelijke impact van het bedrijf te kwantificeren en in geld uit te drukken. Positief én negatief. 'Het is een logische ontwikkeling. Het oude paradigma van slechts sturen op financiële rendementen en aandeelhouderswinsten, verschuift maar een hernieuwde opvatting over de rol van bedrijven in een samenleving die gericht is op brede welvaart. Dat oude beeld waarbij alleen financieel kapitaal telt, is volstrekt achterhaald', aldus Florian Reuter van het Impact Institute. Deze ontwikkeling sluit heel duidelijk aan bij de onderstroom die al enige jaren voelbaar is; namelijk dat bedrijven terug moeten naar ‘wat de bedoeling is’.

Florian Reuter

Florian Reuter is senior manager en leidt het Energy & Utilities team van Impact Institute.

Meer info: www.impactinstitute.com

Handvatten voor meten

Het Impact Institute ontwikkelde een gestruc­tureerde aanpak en taal voor organisaties om hun impact te kunnen meten. 'Dit geeft bedrijven in eerste instantie handvatten om meer inzicht te krijgen in hoe zij het doen bin­nen zes kapitalen. Waaronder sociaal, mense­lijk en natuurlijk kapitaal. Vervolgens kunnen ze hierover rapporteren en erop sturen. De aanpak draagt bij aan externe verantwoording en interne sturing', licht Reuter toe.

Impact economie

Recentelijk is de Impact Economy Foundation opgericht, een non-gouvernementele organi­satie die professionals bij elkaar wil brengen en praktijkervaringen met de impact economy wil opschalen. Voorzitter Herman Mulder stelt dat overheidsbedrijven, waaronder de infrasector, bij uitstek een voorbeeldrol hebben als het gaat over verantwoording van de impact. 'Als grote inkoper en aanbesteder is het gedrag van de overheid de zuurstof voor niet alleen aandacht komt voor true pricing, maar dat ook de maatschappelijke jaarrekening een serieuze plek krijgt en er beleid voor komt.'

Herman Mulder is medeoprichter en voorzitter van SDG Nederland en medeoprichter en voorzitter van True Price en Impact Economy Foundation.

Meer info:
www.truepricefoundation.org
www.impacteconomyfoundation.org

Investeren met moed

De infrasector werkt met een lange investeringscyclus van zo’n twintig jaar, benadrukt Mulder. 'Dan moet je strategisch kijken naar je uitgaven en keuzes baseren op het brede welvaartsperspectief. Daar is het bedrijfsleven en het MKB om zaken op te schalen. Ik hoop dat er deze kabinetsperiode. Daar is moed voor nodig. Maar als je het niet doet, keert het zich op de langere termijn tegen je.' Om alle effecten af te wegen, moet je weten wat je wel en niet meet en hoe je dat vervolgens tegen elkaar wilt afzetten. 'Dat levert vaak een interne ontdekkingstocht op en het betekent ook dat bedrijven hun professionals hiertoe moeten opleiden. Maar er is de afgelopen jaren veel kennis ontwikkeld om op voort te bouwen.' Het afgelopen jaar deed een flink aantal partijen, waar­onder Rijkswaterstaat, vanuit NGInfra Next Generation Infrastructure mee aan een impact journey die geïnitieerd werd door Impact Institute.

Casus 1: Impactanalyse bij ProRail

Een echte maatschappelijke jaarrekening heeft ProRail nog niet. En of dat uiteindelijk de ambitie is, is nog niet zeker. Wel is ProRail sinds twee jaar volop bezig met het in kaart brengen van de positieve en negatieve maatschappelijke impact van activiteiten. 'Het lot van een netbeheerder is dat niemand doorheeft wat je waarde is, totdat er iets misgaat en er geen water meer uit de kraan komt of het spoor of de weg is afgesloten. Wanneer we onze maatschappelijke meerwaarde beter kunnen kwantificeren, helpt dat ons dus ook in de publieke beeldvorming', schetsen Rik Corman en Joost Vinkenvleugel, samen verantwoordelijk voor business analyse en duurzaamheid bij ProRail.

Maar hoe goed het in kaart brengen van maatschappelijke meerwaarde ook klinkt, het is niet eenvoudig. Sterker nog: het is een behoorlijke worsteling. De methode van het Impact Institute helpt om geldbedragen te hangen aan verschillende activiteiten. 'Maar wat die getallen nou eigenlijk zeggen, levert intern veel discussie op. Gevoelsmatig spreekt het voor zich dat je de kosten van een mensenleven – als het gaat over investeringen in onbewaakte spoorwegovergangen bijvoor­beeld – niet zomaar kunt vergelijken met de afname van natuurwaarden door het kappen van tien bomen. Maar als je alles in geld uitdrukt en je vervolgens kijkt naar de plussen en minnen in een spreadsheet, dan zou je bijna denken van wel. Onze belangrijkste vraag is nu hoe we impactdomeinen werkelijk kunnen vergelijken en daar vervolgens op kunnen sturen.'

Rik Corman is Manager Business Analyse bij ProRail en adviseert de Raad van Bestuur en management op het snijvlak van strategie, financiën en duurzaamheid.

rik.corman@prorail.nl

Joost Vinkenvleugel is Teamleider Milieu en Duurzaamheid bij ProRail.

joost.vinkenvleugel@prorail.nl

Casus 2: Sturen op impact bij Alliander

In 2015 zette Alliander al de eerste stappen met het meten van impact. Inmiddels is de netbeheerder, samen met ABN Amro, koploper in Europa wat betreft impact rapportages. 'Vanuit een positieve naïviteit hebben we direct vanaf de start accountants betrokken. Daarmee hebben we een flinke voorsprong opgebouwd en veel geleerd', vertelt Koen Eising, MVO-manager bij Alliander.

In 2021 wil Alliander nog meer redeneren vanuit maatschap­pelijke impact. 'Bijvoorbeeld als we strategische keuzes moeten maken: verzwaren we het elektriciteitsnet met meer kabels of kiezen we voor een flexaanpak om zo de piekmomenten beter op te vangen?' De basis om te sturen op impact ligt er. Eén van de uitdagingen waar Alliander nu tegenaan loopt, is de noodzaak voor permanente beschik­baarheid van niet-financiële data.

Sinds afgelopen jaar vervult Eising ook de rol van kwartiermaker bij de Impact Economy Foundation. Een onderwerp dat daar hoog op de agenda staat is uniformiteit. 'Indicatoren zijn per bedrijf specifieker dan we vooraf dachten. Het door Alliander ontwikkelde model is niet zomaar te gebruiken
voor andere infrabedrijven. Even vooruit dromend hoop ik uit te komen op een infrastandaard met drie categorieën: water, energie en warmte, en mobiliteit. Maar wat ik vooral hoop, is dat we binnen een jaar of twee fundamenteel andere keuzes maken en de infrasector definitief afstapt van
puur sturen op betrouwbaarheid en lage kosten.'

Koen Eising, CSR Director Alliander en kwartiermaker bij de Impact Economy Foundation.

koen.eising@alliander.com

Door Arine van Heeswijk