Als de digitale wereld de fysieke wereld beïnvloedt

Nederland is een belangrijke verbindingspoort voor wereldwijde, digitale knooppunten. Dat gaan we steeds meer merken, ook op straat. 'Buitenlandse technologiebedrijven bepalen niet alleen de inrichting van onze digitale infrastructuur, maar ook van onze fysieke leefomgeving.' Dat zegt hoogleraar José van Dijck, die daarom pleit voor een Europese, publieke vormgeving van het internet.

Drie weken voor de eerste lockdown gaf ze nog een drukbezochte NUTS-lezing 2020 over het nut van de publieke ruimte op internet. Het was een pleidooi om publieke sectoren en vitale diensten te bescher­men tegen vergaande digitale privatisering. Ze had niet kunnen voorzien dat dit thema zo snel urgent zou worden.

'De buitenlandse digitale infrastructuur legt ook beslag op onze Nederlandse nutsvoorzieningen.'

Wakker worden in een virtuele wereld

José van Dijck, hoogleraar media en digitale samen­leving: 'Sinds COVID-19 is de impact van de digi­talisering op onze fysieke samenleving versneld zicht­baar geworden. We blijven binnen en werken thuis online. Ook het onderwijs is versneld gedigitaliseerd. Het meeste sociale verkeer en commerciële transacties verlopen virtueel. Alle processen die ik eerder beschreef, krijgen nu extra urgentie.' Daarmee doelt ze vooral op de toenemende macht van commerciële bedrijven in het publieke domein.

José van Dijck is hoogleraar media en digitale samenleving aan de Universiteit Utrecht. Ze doet onderzoek naar digitale cultuur, sociale media en mediatechnologieën. In 2015 werd Van Dijck benoemd tot eerste vrouwelijke president van de KNAW. In 2020 verscheen 'Het nut van publieke ruimte op Internet'.

Commerciële digitale regering

'In de fysieke wereld leidt privatisering van publieke diensten tot onbehagen, maar in de virtuele wereld vinden we dat normaal. Ons persoonlijk leven, ons maatschappelijk en democratisch welzijn worden gestuurd door commerciële technologiebedrijven: Google, Amazon, Facebook, Apple en Microsoft. En Chinese giganten als Baidu, Alibaba en Tencent, die opereren onder strikte controle van een autocrati­sche overheid. Deze buitenlandse bedrijven bepalen niet alleen de inrichting van onze digitale infrastruc­tuur, maar steeds meer ook de inrichting van onze fysieke ruimte', vertelt Van Dijck. Maar hoe dan?

Hoe het internet in Nederland wortelt

'Nederland is een belangrijke verbindingspoort voor wereldwijde, digitale knooppunten. Dat gaan we steeds meer zien. Datacenters worden steeds belangrijker. Die vragen veel ruimte. Je ziet het al in Noord-Nederland, waar het mega-datacenter van Google staat. Vlak bij Amsterdam bouwt Microsoft een enorm datacenter in de openbare ruimte. Daar profiteert Nederland overigens nauwelijks van.'

Integendeel. 'De buitenlandse digitale infrastructuur legt ook beslag op onze Nederlandse nutsvoorzienin­gen. Een middelgroot datacenter verbruikt ongeveer evenveel elektriciteit als een kleine stad en legt daarmee lokaal een groot beslag op het elektriciteit­snetwerk. Gisteren stond er in de krant dat Shell en Eneco de helft van de duurzaam opgewekte stroom van een nieuw offshore windpark op de Noordzee, aan Amazone verkoopt. De vraag is: als de helft van de duurzaam opgewekte energie van de Noordzee opgaat aan het voeden van datacenters, waar zijn we dan mee bezig?'

Publieke ruimte zal online verdwijnen

Daar blijft het niet bij. 'Google is bezig met de uitrol van eigen internetkabels over land en zee. Het gaat om private hardware waarop private software gebouwd wordt. Staten krijgen dus steeds minder soevereiniteit over hun publieke diensten, omdat de hele infrastructuur waarop die gebouwd worden geen publieke ruimte meer kent. Sterker nog: het hele principe 'publieke ruimte' zal in het toekomsti­ge internet onbekend zijn.'

Onvoldoende focus

Hoe kon dit gebeuren? Volgens Van Dijck was er tot nu toe domweg te weinig aandacht voor. 'Het kernprobleem is de versnippering van onze gover­nance (manier van besturen) en privatisering van de vitale sectoren. Met andere woorden: we hebben het onderwerp digitalisering in stukjes geknipt. Niemand had nog overzicht over wat de digitale infrastructuur betekent voor de publieke ruimte, de bestaande fy­sieke infrastructuur en voor onze nutsvoorzieningen. En zo kwam het dat we dit alles ongecoördineerd hebben weggegeven aan Amerikaanse en Chinese bedrijven.'

Europees alternatief

'Deze ontwikkeling is al jaren bekend, niet alleen in Nederland maar ook in Europa. Daar zijn verschillen­de programma's gestart om een duurzaam, digitaal Europees alternatief te kunnen bieden voor de Amerikaanse en Chinese systemen. Denk aan Gaia-X. Zulke Europese initiatieven begonnen net goed op stoom te komen. Vóór COVID-19 stond de oneven­redige macht van de Techreuzen prominent op de Europese agenda. Daarna lijkt de belangstelling voor een eigen Europese clouddienst afgezwakt. Overhe­den hebben op dit moment wel wat anders aan hun hoofd. Gelukkig blijft Eurocommissaris Margrethe Vestager op dit dossier duwen.'

Ook in Nederland blijft er belangstelling voor het thema. 'Vanochtend kreeg ik het rapport Digitaal duurzaam van de Raad voor de Leefomgeving en In­frastructuur (RLI, februari 2021) toegestuurd. Daarin wordt aandacht gevraagd voor de ruimtelijke impact van de digitale wereld. Het gaat over hoe we wonen, hoe we reizen en hoe we onze ruimte inrichten, bezien vanuit het perspectief van duurzaamheid.'

Maatschappelijke kosten digitale infrastructuur

Van Dijck hoopt dat experts meer grip krijgen op ruimtelijke vraagstukken rond digitalisering, in­clusief de cijfermatige onderbouwing daarvan. 'De overheid zou de kosten van de digitale infrastructuur in beeld moeten brengen, omdat we dan betere keu­zes kunnen maken. Want als we onze lokale ruimte gebruiken om de halve wereld van datadistributie te voorzien, moeten we de keuzes die daarmee te ma­ken hebben dan niet veel transparanter maken?'

Door Ingrid Zeegers