Op de fiets valt een wereld te winnen

Al sinds jaar en dag stappen Nederlanders op de fiets om de wijde wereld in te trekken. Waarom is het onderwerp dan nu ineens urgent? De fiets blijkt dé oplossing voor veel problemen van deze tijd. Maar daarvoor zijn wel scherpe keuzes nodig. Als het gaat om het fietslandschap van de toekomst, heeft Nederland last van de remmende voorsprong. In gesprek met sociaal ondernemer Maud de Vries (BYCS) en de Haagse wethouder Robert van Asten.

shutterstock_1622778610_web

“Fietsen veranderen steden, en steden veranderen de wereld.” Dat zegt sociaal ondernemer en fietsexpert Maud de Vries. Vanuit de social enterprise BYCS organiseert ze allerlei projecten en programma’s om het gebruik van de fiets te stimuleren, vooral in het buitenland. “We kennen nu bijna 150 fietsburgemeesters over de hele wereld, maar dat is nog niet genoeg. In het buitenland moet nog veel meer gebeuren dan bij ons.” Vanwege wereldwijde urbanisatie richt BYCS zich vooral op de steden. “In 2030 leeft 60 procent van de wereldbevolking in de stad. Als we al die mensen op de fiets krijgen, kunnen we daar heel veel problemen mee oplossen.” Als voorbeeld noemt De Vries de Indiase stad New Delhi. “Toen het autoverkeer daar vanwege covid-19-maatregelen was gehalveerd, konden de inwoners ineens de Himalaya weer zien. Sindsdien zijn bestuurders in New Delhi erg geïnteresseerd in fietsmaatregelen.”

shutterstock_524497204_web

Op naar een nieuwe wereld

Als geen ander kent ze de voordelen van de fiets: “Het maakt steden veel menselijker, het is goed voor de economie, fietsen is gezond om te doen, en het levert mentale-gezondheidsvoordelen op. Fietsen is vooral ook goed voor het milieu, omdat het bijdraagt aan de vermindering van luchtvervuiling. Daarnaast helpt fietsen bij het tegengaan van de verdere opwarming van de steden door het gemotoriseerde verkeer. Fietsen is dus een prima maatregel in de strijd tegen klimaatverandering. Kortom: de fiets is niet zomaar een vervoermiddel dat we voor lief moeten nemen, het is dé manier om onze samenleving te transformeren naar een schone, fijne, mensgerichte wereld.”

Together we cycle

Met dit verhaal reist De Vries de wereld over, want in het buitenland groeit de aandacht voor actieve mobiliteit snel. “Als voorbeeld wordt vaak naar Nederland gekeken. Om kennis te maken met onze fietscultuur is de film Together we cycle gemaakt. Deze documentaire gaat over de geschiedenis van fietsen in Nederland, met fietsstad Amsterdam als voorbeeld.” Volgens De Vries wordt in de film meteen een hardnekkig misverstand uit de wereld geholpen. “In het buitenland denken veel mensen ten onrechte dat fietsen in ons DNA zit, en dat Nederlanders met de fiets geboren worden. Ook veel Nederlanders denken dat. We vinden het heel vanzelfsprekend dat we elke dag kunnen fietsen, en dat we hier overal fietspaden hebben. Maar die vanzelfsprekendheid blijkt grote onzin. Ook bij ons is er gevochten om ruimte voor de fiets. In de jaren zeventig was de auto in Nederland heel erg dominant in binnensteden. Totdat opviel dat het aantal verkeersslachtoffers snel groeide. Er kwam een maatschappelijke protestbeweging op gang. En na verloop van tijd werden maatregelen genomen in het voordeel van de fiets.”

Wet van de remmende voorsprong

Tegenwoordig vinden we de fiets heel gewoon. Maar dat heeft ook een keerzijde. De Vries: “We zijn achterover gaan leunen. Ondertussen is de wereld veranderd, zonder dat we het door hadden. Zo neemt het aantal kinderen in Nederland dat leert fietsen, al jaren af. Als we niets doen, ontstaat er dus een generatie Nederlanders zonder fietservaring.” Ze geeft nog een voorbeeld van een onzichtbare trend. “Luchtkwaliteit heeft invloed op onze keuzes. Sommige mensen laten hun auto staan en stappen op de fiets, omdat ze zelf niet willen bijdragen aan nog meer luchtvervuiling. Anderen nemen juist de auto, zodat ze zelf geen vieze lucht hoeven in te ademen. Als we het fietsen in Nederland willen blijven stimuleren, moeten we meer grip krijgen op het thema luchtkwaliteit.”

Vergaande maatregelen

En er blijken nog veel andere aandachtspunten te zijn. “Hoe bouw je eigenlijk een stad voor de fiets, en wat is er nodig qua infrastructuur? Hoe maak je ruimtelijke keuzes, en wat betekent dat qua bestuur?” De Vries noemt het voorbeeld van de burgemeester van Parijs, die met grote stelligheid besloot tot vergaande fietsmaatregelen in de stad. Ze besluit: “Als bestuurders er echt voor gaan, worden ook lastige maatregelen geaccepteerd. Kijk bijvoorbeeld naar Den Haag.”

Hofstad wordt fietsstad

Als voorbeeld vertelt wethouder Robert van Asten van de gemeente Den Haag over de fietstransformatie in de praktijk. Volgens hem gaan de auto en de fiets niet samen. Dat licht hij toe. “Den Haag wil een fietsstad worden. Eigenlijk is het gek dat de stad decennialang gericht was op autoverkeer, terwijl er niet eens een ringweg is. Nu zit de auto de veiligheid van fietsers in de weg. Om die situatie te veranderen, nemen we verschillende ruimtelijke maatregelen. In de nieuwbouwwijken hebben we bijvoorbeeld de parkeernorm en de inrichting van de buitenruimte erop aangepast. We steken veel geld in separate fietspaden en inpandige parkeergarages voor fietsen. Voor de auto’s geldt op veel plekken in de stad een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, en we hebben een parkeerbeleid ingevoerd dat een rem zet op het aantal auto’s.”

Moediger worden

In zijn werk pleit Van Asten voor scherpe keuzes. “Op papier staat het stimuleren van actieve mobiliteit op de eerste plaats. Als er een goed plan ligt om een einde te maken aan gevaarlijke verkeerssituaties, vindt iedereen dat geweldig. Tot je gaat uitleggen wat het betekent: het omleiden van autoverkeer, of het afsluiten van straten. Dan vinden mensen toch ineens dat er ruimte moet zijn voor allebei: fiets én auto. Maar zulke ‘en-en’-oplossingen werken niet. We moeten daarom wat moediger worden in de strijd om de ruimte in de stad. Laten zien hoe het anders kan, en welke voordelen dat oplevert.”

Duidelijke keuzes

Hoe gaat het verder? “De komende jaren wordt het steeds drukker op de bestaande fietspaden. Er komen meer en andersoortige fietsvoertuigen bij. De vraag is hoeveel ruimte een fietspad mag innemen ten opzichte van de weg die ernaast ligt. Vaak hoor je als oplossing dat mensen maar een fietshelm moeten gaan dragen. Maar het is beter om gewoon te zorgen voor veilige infrastructuur. Maak van een dubbele autorijbaan een enkele baan, met daarnaast een aparte strook voor nieuwe fietsvoertuigen, zoals elektrische bakfietsen. Dan kan het bestaande fietspad behouden blijven voor de langzame, kwetsbare fietsers.”

Door Ingrid Zeegers


MauddeVries_web

Maud de Vries is sociaal ondernemer. In Nederland werkt ze onder meer als strategisch adviseur voor initiatieven als de Green Deal Fiets (Metropoolregio Amsterdam, de Vervoerregio en de Amsterdam Economic Board) en voor de provincie Gelderland. Daarbij kijkt ze naar fietsstimulering als mogelijkheid om de impact te vergroten.

RobertvanAsten_web

Robert van Asten is fiscaal jurist, bestuurder en politicus namens D66. Sinds 2018 is hij wethouder Mobiliteit en Cultuur van de gemeente Den Haag. Fietsen is zijn stokpaardje, omdat “mensen daarmee op de meest vriendelijke manier van A naar B kunnen gaan, en tegelijkertijd een beetje gezond kunnen blijven”.

“Fietsen is dus een prima maatregel in de strijd tegen klimaatverandering”