Ons gedrag is onbewust, óók in het verkeer
Rick Baggermans is deskundige gedragsverandering en in dienst bij de provincie Noord-Brabant. Een van de vragen waarmee hij zich bezighoudt, is: hoe krijg je mensen uit de auto, op de fiets? Het antwoord is niet: meer informatievoorziening. Het antwoord is wel: gewoontes doorbreken. De mens is namelijk een gewoontedier.
Het is even schrikken als je het voor het eerst hoort, maar gedragsdeskundigen hebben een nogal ontnuchterende kijk op de mens. In hoeverre maken mensen bewuste keuzes? Baggermans: “Er wordt nog steeds veel onderzoek gedaan, maar waar het grofweg op neerkomt, is dat het grootste deel van ons gedrag onbewust is. De schattingen variëren van 85 tot 99 procent van ons gedrag.”
Baggermans is een van de medewerkers van het mobiliteitsprogramma SmartwayZ.NL: een samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Doel is Noord-Brabant en Limburg bereikbaar te houden, maar ook duurzaam, leefbaar en veilig. Onderdeel van de ambities is mensen zo ver te krijgen dat ze vaker de fiets pakken voor hun woon-werkverkeer. Op het moment van spreken werken Baggermans en zijn collega’s van het stimuleringsprogramma Ons Brabant Fietst toe naar een campagne rond de opening van de nieuwe fietssnelweg F261, die deels parallel aan de autoweg N261 van Tilburg naar Waalwijk loopt. Later zullen nog meer fietssnelwegen en bijbehorende campagnes volgen.
Onze hersenen willen energie besparen
Op basis van alle kennis die door de jaren heen is opgedaan over de psychologie van mensen, gelooft Baggermans niet dat de sleutel naar gedragsverandering zit in informatievoorziening en bewustwording. De reden daarvoor is dat de mens een gewoontedier is. “Dat geldt ook voor hoe mensen zich verplaatsen”, vertelt hij. “Als iemand elke ochtend de auto pakt, denkt hij daar niet over na. Andersom, als iemand elke ochtend op de fiets gaat, denkt hij daar ook niet over na. Als je elke dag opnieuw een keuze moet maken, kost dat veel energie. Onze hersenen zijn erop ingesteld zoveel mogelijk energie te besparen. Ze hebben allemaal regeltjes gemaakt om snel beslissingen te kunnen nemen zonder dat dat veel energie kost. Als je die processen kent, kun je ze beïnvloeden en positieve gewoontes stimuleren.”
“Ik kan het nog niet bewijzen, maar mijn jarenlange ervaring zegt dat binnen de doelgroep van mensen die met de auto naar hun werk gaan, tien procent diehard automobilist is en wil blijven rijden. Nog eens tien procent staat direct open voor onze boodschap en vertoont waarschijnlijk al het door ons gewenste gedrag, of kan niet op de fiets omdat ze te ver van hun werk wonen. Dan blijft tachtig procent over. Deze grote middengroep staat open voor fietsen, maar pakt uit gewoonte de auto. Als je die gewoonte niet kunt doorbreken, zal dat niet veranderen. Om dat te bereiken, werd voorheen altijd gezegd: je moet mensen informeren over de voor- en nadelen, zodat ze zich bewust worden van wat ze beter kunnen doen. Maar dat bewustwordingsproces slaan wij over. We zetten meteen in op gedragsverandering. Wij kennen technieken waarmee wij meteen het gedrag van mensen kunnen veranderen, waarna ook hun houding tegenover fietsen anders wordt.”
Wetenschappelijke technieken
Baggermans denkt dan ook dat het beter is als je niet met rationele argumenten komt. “Laat mensen in plaats daarvan zien dat hun collega’s ook op de fiets gaan, of dat anderen uit hun buurt dat ook doen. Of laat ze bedenken dat ze vroeger veel gefietst hebben. En als iemand de fiets neemt, kun je diegene belonen. Niet met geld, maar door middel van complimenten of bedankjes.”
“Thuis heb ik studieboeken liggen, waar wel honderd wetenschappelijke technieken voor gedragsverandering in staan”, vertelt Baggermans. “De ‘sociale norm’ is er een van: mensen doen iets eerder als anderen het ook doen. Diep van binnen zijn we conformisten, al willen we dat niet toegeven. Dat we dat zijn, is ook nuttig. Als jij op een vreemd treinstation bent en niet weet waar de uitgang is, dan kijk je niet naar de bordjes die er wel hangen, maar loop je gewoon achter de meute aan. We doen dus wat de meeste anderen doen. Zoiets werkt ook als je mensen het gevoel kunt geven dat veel mensen tegenwoordig de fiets pakken. Dat kun je doen door letterlijk te vertellen: deze week zijn 250.000 mensen met de fiets naar het werk gegaan. Of je zegt: 75 procent van je collega’s pakt weleens de fiets naar het werk.”
“Een andere techniek heet ‘zelfovertuiging’. Gedragsinterventies zijn er vaak op gericht om jou te overtuigen bepaald gedrag te gaan vertonen. Maar veel mensen ervaren onmiddellijk weerstand als ze iets anders moeten doen. Dat is juist omdat iemand zegt: jij móét veranderen. Dat voelt niet fijn. Als je mensen daarentegen een open vraag stelt, zoals: ‘wat is voor jou een reden om morgen de fiets te pakken naar je werk?’, denken mensen daar zelf over na. Terwijl zij over die vraag nadenken, zijn ze zichzelf aan het overtuigen. Bijvoorbeeld: ‘als ik de fiets neem, is dat gezond, is dat beter voor het milieu, ben ik misschien eerder op mijn werk, heb ik een moment om mijn hoofd leeg te maken, of geef ik een goed voorbeeld aan mijn kinderen.’ De redenen die zij hebben, hoeven wij ook niet te weten.”
Doen wat werkt
Er zijn aanwijzingen dat een aanschafvergoeding voor een fiets of een kilometervergoeding veel doen voor gedragsverandering. Maar Baggermans is daar sceptisch over. “Ik heb dat onderzoek ook gelezen, maar het strookt niet met inzichten uit de sociale psychologie. Mensen kunnen intrinsiek gemotiveerd zijn, omdat ze iets zélf willen, of excentriek gemotiveerd zijn, omdat ze er iets voor terug krijgen, zoals geld. Iemand die een hekel heeft aan fietsen, gaat niet ineens op de fiets als hij daarvoor negentien cent per kilometer krijgt. Het is wel zo eerlijk om mensen die fietsen een kilometervergoeding te geven, als mensen die met de auto komen die ook krijgen. Maar je moet niet in de valkuil stappen door te denken dat iedereen dankzij zo’n vergoeding de fiets neemt.”
Baggermans verbaast zich erover dat wetenschappelijke inzichten zo langzaam doordringen. “Dit zijn dingen die ik nu al jaren te horen krijg: we moeten mensen geld geven, we moeten ze informeren, we moeten ze bewust maken. Maar als we dat al vijftig jaar proberen en zien dat dat niet werkt, waarom doen we dat dan nog? Er zijn vast voorbeelden te vinden van situaties waarin geld wel gewerkt heeft, maar dan is de vraag: voor hoelang? Vaak blijkt dat mensen stoppen met hun nieuwe gedrag zodra je niet langer geld geeft. Dat hebben we gezien met spitsmijdingsprojecten, waarin mensen een paar euro kregen als ze niet in de spits reden. Toen het project afgelopen was, pakten ze tijdens de spits gewoon weer de auto.”
Door Jurgen Tiekstra
Delen
Rick Baggermans studeerde sociale psychologie en gedragsverandering aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sinds eind 2019 is hij projectleider structurele gedragsverandering bij de provincie Noord-Brabant. Daar werkt hij aan het mobiliteitsproject SmartwayZ.NL.
“Als jij op een vreemd treinstation bent en niet weet waar de uitgang is, loop je gewoon achter de meute aan. We doen dus wat de meeste anderen doen”
“Iemand die een hekel heeft aan fietsen, gaat niet ineens op de fiets als hij daarvoor negentien cent per kilometer krijgt”
Spitsmijdingsprojecten
Kijk voor meer informatie over spitsmijdingsprojecten op Beterbenutten.nl.