Bruggen naar een circulaire maatschappij
Bij het nadenken over de toekomst van onze infrastructuur gaan we er vaak van uit dat Nederland een transportland is en zal blijven. En dat een circulaire economie daar ruimte voor moet maken. Maar dat is allesbehalve vanzelfsprekend. “Une économie circulaire, zeggen ze in Frankrijk”, zegt Karel Van den Berghe, universitair docent ruimtelijke planning en economie aan de TU Delft. “Die uitspraak helpt ons misschien om eerst het gesprek te voeren over de economie, en dan pas over circulariteit.”
Nederland transportland. Het is een verdienste waar hard aan is gewerkt. Met als resultaat: havens, snelwegen, bruggen en tunnels. Karel Van den Berghe prijst onze reputatie, maar plaatst haar ook in perspectief. “In de jaren negentig van de vorige eeuw ging de wereldmarkt open. Een tijd van globalisering en mondiale handel brak aan. Van bedrijvigheid die binnen landen geconcentreerd was, gingen we naar productienetwerken over grenzen heen. De vraag naar logistiek nam enorm toe. Door actief beleid is Nederland hier een kampioen in geworden.”
Circulaire maatschappij
Van den Berghe is echter van mening dat Nederland een nieuw verhaal nodig heeft. “Een verhaal waarin we minder afhankelijk zijn van die kwantitatieve stromen. Ze brengen immers steeds minder op én ze worden onzeker vanwege geopolitieke en ecologische ontwikkelingen. We leven in tijden van schaarste: aan grondstoffen, ruimte en arbeid. Daardoor is de groei die we tot nu toe hebben gekend minder vanzelfsprekend.”
Vanuit deze maatschappelijke ontwikkelingen moeten we nadenken over de Nederlandse infrastructuur. En daarna pas over de vraag of die infrastructuur al dan niet circulair moet zijn. En welke materialen er dan nodig zijn. Dat de toekomst van onze infrastructuur niet vanzelfsprekend is, blijkt onder andere uit de ruimtelijke verkenningen voor 2050 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Van den Berghe: “Van belang is dat je erkent dat er verschillende scenario’s mogelijk zijn, en dat Nederland daarin een verhaal zal moeten schrijven.”
Circulaire economie
Het uitgangspunt is dus het gesprek over de toekomst van onze maatschappij. Welke maatschappij vinden wij wenselijk? Dat is een moeilijke, maar niet onmogelijke discussie. Wat zijn onze normen en waarden? Wat vinden we belangrijk? Voor wie doen we het en met wie? Van den Berghe: “Als een circulaire economie ter sprake komt, gaat het nu vaak over materiaalstromen, verdienmodel of een doorrekening van vraag en aanbod. Niet over de economie of de maatschappij. De inzet op kwantitatieve groei heeft Nederland veel gebracht. Infrastructuur was een goede investering. Maar stel nu dat we voor de toekomst vooral een hoogwaardige op innovatie gedreven economie voor ogen hebben. Dan denk je aan heel andere economische activiteiten, waarvoor minder logistiek en infrastructuur nodig is. En dus ook minder grondstoffen en materialen. Een brug en circulariteit zullen dan minder nodig zijn of anders worden ingevuld.”
Circulaire leefomgeving
De route is om eerst een visie op de maatschappij te ontwikkelen, voordat we ons richten op een circulaire economie en op circulariteit. “Nu doen we het vaak omgekeerd”, stelt Van den Berghe. “We beginnen bij circulariteit met enorm veel materiaalberekeningen en technische studies die veel geld en tijd kosten. Het economische model lijkt dan geen rol meer te spelen. Maar de politiek in Nederland laat zien dat die vanzelfsprekende circulaire economie in 2030 of 2050 allesbehalve zeker is. We denken helaas onvoldoende kritisch na over waarom we dit doen en wat dit betekent voor onze leefomgeving.”
Circulaire brug
Van den Berghe werkt vanuit de TU Delft mee aan het NWO SUBLIME Project, een samenwerkingsproject van onder meer Nebest, het PBL, Rijkswaterstaat, TU Delft en Eindhoven University of Technology (TU/e). Daarin wordt onderzoek gedaan naar de circulariteit van grote staalconstructies en worden aanbevelingen gedaan om die kennis toepasbaar te maken. “Bij een circulaire brug gaat 90 procent van de tijd en het geld naar technische aspecten: nieuwe sensoren, drones voor metingen, inzichten in roest en roestbestrijding, onderzoek naar het materiaal. De waaromvraag moet daarbij ook altijd worden gesteld.”
Visie op de brug
Wat is dan de relatie tussen die maatschappijvisie en de brug? “In het ene scenario zullen we meer en in het andere minder infrastructuur nodig hebben”, geeft Van den Berghe aan. “Het is verstandig om de afhankelijkheid van verschillende scenario’s zo klein mogelijk te houden. Zorgen voor de instandhouding van de brug is een investering waar we geen spijt van zullen krijgen. Want die brug zal in de toekomst ook nog wel nodig zijn. Het beste wat je met een brug kunt doen, is tijd kopen. Zo is het mogelijk om de snelheid op de brug te verlagen. Dat kan vijf jaar extra levensduur opleveren. Ondertussen moeten we de tijd nemen voor de maatschappelijke discussie: wat willen wij in ons land en wat hebben we daarvoor nodig, nu en in de toekomst?”
Door Hilde Roothart
Bruggen naar een circulaire toekomst
Circulaire maatschappij
-
Welke maatschappelijke ontwikkelingen zijn relevant?
-
Waarom is een circulaire maatschappij belangrijk?
Circulaire economie
-
Welke economische activiteiten zijn nodig?
-
Hoe kan een circulaire economie van waarde zijn?
Circulaire leefomgeving
-
Wat is er nodig voor de inrichting van ons land?
-
Hoe kan circulair ontwerp zorgen voor een leefbare omgeving?
Circulaire brug
-
Hoe kan de levensduur van een brug worden verlengd?
-
Wat is een circulaire aanpak voor betere bruggen?
Delen
Karel Van den Berghe
Karel Van den Berghe is universitair docent ruimtelijke planning en economie aan de faculteit bouwkunde van de TU Delft. Hij heeft een achtergrond in geografie, ruimtelijke planning en stedenbouw en deed ervaring op met circulaire gebiedsontwikkeling vanuit verschillende perspectieven.
Ruimte voor circulaire economie
Verkenning van de ruimtelijke voorwaarden voor een circulaire economie
Sublime Project
Duurzame en betrouwbare macro-staalinfrastructuren